2003 - 2004

Vragen voor de vice-eerste minister en minister van Begroting en Overheidsbedrijven, Johan Vande Lanotte

25 March 2004

Vraag om uitleg over de problemen op Lijn 12

Vraag

De voorzitter. – Mevrouw Kathleen Van Brempt, staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen, antwoordt:

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). – De spoorweglijn 12 Antwerpen-Essen mag voor de spoorwegen ongetwijfeld als een succeslijn beschouwd worden. Dit heeft echter geleid tot een gebrek aan capaciteit. Bovendien zou het succes van Lijn 12 nog versterkt kunnen worden, als belangrijkste ader van het voorstadsverkeer rond Antwerpen.

De knelpunten die betrekking hebben op Lijn 12 kunnen als volgt samengevat worden.

Ik heb het eerst over de tariefproblemen.

De publiciteit voor de Key Card geeft aan dat deze kaart bedoeld is om het meest dichtbijgelegen stadscentrum te bereiken. Voor de stations gelegen langs Lijn 12 is dit ongetwijfeld Antwerpen. De stations van Wildert en Essen vallen echter buiten het toepassingssysteem van de Key Card. Voor de reizigers die uit deze stations vertrekken is dit des te nadeliger omdat er ook geen toepassing is van de Key Card in noordelijke richting. Integendeel, hier geldt nog steeds het torenhoge grenstarief.

Er zijn ook overstapproblemen. Sinds Antwerpen-Centraal namelijk opnieuw het eindstation vormt voor de L-trein, hebben de overstappende reizigers problemen. De minister had na drie maanden een evaluatie beloofd. Voor de vroegste reizigers werd een oplossing uitgewerkt. Voor de latere reizigers nog niet en evenmin voor de terugreis.

Er zijn vervolgens de capaciteitsproblemen. Vooral tijdens de ochtendpiek bestaat er een belangrijk capaciteitsprobleem. Zowel de IR-treinen als de L-treinen zitten al overvol als zij uit het station van Essen vertrekken. Reizigers die in de volgende stations opstappen zijn vaak gedoemd om de hele reis te blijven rechtstaan.

Voor de overstap- en capaciteitsproblemen bestaat een vrij eenvoudige oplossing. Men zou de trein Amsterdam-Brussel in Essen kunnen laten stoppen. Vermits deze trein Antwerpen-Centraal niet meer aandoet, brengt dit in vergelijking met vroeger geen bijkomende stop op Belgisch grondgebied met zich mee. Ongetwijfeld zou een groot aantal reizigers uit Essen van deze trein richting Berchem en Brussel gebruik maken. Hierdoor wordt immers hun overstapprobleem opgelost. Bovendien leidt dit tot een vermindering van het capaciteitsprobleem op de andere treinen die Essen aandoen. Tevens zorgt dit ervoor dat er een nieuwe verbinding komt tussen Essen en Roosendaal, zodat de L-trein Roosendaal niet meer moet aandoen. Essen kan het overstapstation worden voor de reizigers van Lijn 12 naar het Nederlandse net. Hierdoor wordt de keertijd voor de L-trein in Essen veel langer zodat hij net zoals de eerste treinen vroeger vanuit Essen zou kunnen vertrekken waardoor de reizigers die gebruik maken van deze L-trein in Antwerpen-Centraal opnieuw veel meer overstapmogelijkheden krijgen.

Is de minister bereid om het systeem van de Key Card uit te breiden zodat elk station via het Key Card-systeem verbonden is met het meest nabijgelegen stadscentrum? Of is de minister bereid om dit systeem te herzien zodat er voor de grensstations een ruimere toepassingsmogelijkheid bestaat?

Vinden met de buurlanden gesprekken plaats om het torenhoge grenstarief te verminderen?

Is de minister bereid om in te gaan op mijn voorstel waardoor zowel de capaciteitsproblemen als de overstapproblemen op Lijn 12 kunnen verminderen?

Werd een evaluatie gemaakt van het nieuwe rittenschema dat sinds 14 december van toepassing is? Zo ja, welke maatregelen vloeien hieruit voort?

Neemt de minister maatregelen om op Lijn 12 langere treinen en meer piekuurtreinen in te zetten teneinde de capaciteitsproblemen te doen afnemen?

Mevrouw Kathleen Van Brempt, staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, toegevoegd aan de minister van Werk en Pensioenen.

De eerste vraag ging over de tariefproblemen op de lijn 12 in verband met de stations Wildert en Essen die met de Key Card niet toegankelijk zijn.

De Key Card is een product voor korte trajecten met in principe een maximumafstand van 15 km. Die werd echter soms lichtjes aangepast naargelang van de aantrekkingspolen en dit op basis van een studie van professor Van Hecke. Essen en Wildert komen bijgevolg niet in aanmerking voor Antwerpen.

Voor de grensoverschrijdende stations geldt de Key Card nooit.

Voor vertrek in Wildert of Essen naar Roosendaal is er een commercieel akkoord voor toepassing namelijk: halve prijs voor een retourreis uitgevoerd op dezelfde dag.

De IC Amsterdam-Brussel is een grensoverschrijdende verbinding die wordt geëxploiteerd in gemeenschappelijk overleg tussen de NS en de NMBS. Om commerciële redenen heeft de NS zich steeds verzet tegen een halte van deze IC’s in Essen. In de toekomst wil men deze verbinding trouwens nog sneller maken via de HSL, waarbij ook Roosendaal niet meer zal worden bediend.

Het resultaat van de evaluatie van de dienstregeling is dat twee treinen in de ochtendpiek buiten cadans werden gezet waardoor opnieuw aansluiting kon worden gegeven met de IR e en de IC I. Dit was mogelijk omdat beide treinen vanuit Essen vertrekken en niet vanuit Roosendaal.

Met deze maatregel is een meerderheid van overstappers tijdens de ochtendpiek gebaat. Tellingen hebben aangetoond dat de meeste overstappers gebruik maakten van de L-trein met aankomst in Antwerpen-Centraal om 7 u. 19, die werd vervroegd naar 7 u. 12. Ook werd bevestigd dat de meerderheid van de reizigers Antwerpen-Centraal als eindbestemming heeft. Trouwens, de NMBS ontving ondertussen reeds klachten van reizigers die misnoegd zijn omdat sinds de decadansering de trein vervroegd is.

De cadans gedurende de hele dag in die zin wijzigen is niet mogelijk om volgende redenen. Ten eerste, er zou geen herbenutting meer mogelijk zijn van materieel en personeel te Roosendaal, waardoor extra materieel en personeel zou moeten worden ingezet. Ten tweede, acht keer per dag, en dit in iedere richting, zou de L-trein op het rijpad van de Thalys belanden.

Allerlei alternatieven werden onderzocht. Ten eerste, de L-trein niet meer naar Antwerpen-Centraal, maar naar Antwerpen-Berchem laten rijden. Reizigers van de stopplaatsen van de lijnen 12 en 59 zouden dan echter geen rechtstreekse verbinding meer hebben met Antwerpen-Centraal en opnieuw genoodzaakt zijn over te stappen in Antwerpen-Berchem, waardoor hun reistijd verlengd wordt met circa 7 minuten. De meerderheid van de reizigers zou hier hinder van ondervinden. Bovendien zijn er minder overstapmogelijkheden voor reizigers van P-treinen die naar Antwerpen-Centraal moeten.

Een ander alternatief was het beperken van de L-trein tot Essen en de IR n naar Roosendaal laten rijden. Er zijn evenwel geen ontvangstmogelijkheden in het station van Roosendaal en de rechtstreekse verbinding met Roosendaal van stations die niet bediend worden door de IR n vervalt.

Op dit moment wordt geen chronische overbezetting vastgesteld op de treinen van lijn 12. Indien die zich voordoen, is dit zeker niet vanaf Essen.

Tijdens de werken aan de Antwerpse Ring zullen bepaalde treinen op lijn 12 worden versterkt en zal de rijperiode van de piekuurtrein met vertrek in Essen om 7.22 uur worden uitgebreid.

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). – Het antwoord van de staatssecretaris getuigt van enige terreinkennis, maar volgens de publiciteit van de NMBS is de Key Card uitdrukkelijk bedoeld om alle stations met het dichtstbijgelegen stadscentrum te verbinden. Voor de meeste stations is dit het geval, maar het dichtstbijgelegen stadscentrum van Essen is Antwerpen. Of ligt het misschien in de bedoeling van de staatssecretaris om de gemeente Kapellen te laten opwaarderen tot stad? Een ander dichtbijgelegen stadscentrum is er niet, tenzij Roosendaal, maar de Key Card geldt niet voor grensoverschrijdend verkeer.

Ik acht het niet meer dan billijk dat voor grensstations een uitzondering wordt gemaakt op de regel van de 15 km, omdat slechts in één richting gebruik kan worden gemaakt van de Key Card, terwijl de andere stations ze in twee richtingen kunnen benutten. Als men 30 km rijdt, is men in het stadscentrum van Antwerpen.

Ik waardeer het dat de NMBS alle mogelijkheden heeft onderzocht om de problemen van de overstappers op te lossen en begrijp dat de enige oplossing die geen andere moeilijkheden oplevert deze is van het uit cadans halen van de twee piekuurtreinen ’s morgens.

Het alternatief, zodat alle L-treinen in die cadans kunnen worden gebracht, bestaat erin de Benelux-treinen in Essen te laten stoppen. Uiteindelijk betekent dit geen stopplaats meer ten opzichte van zes jaar geleden, een argument dat men in de onderhandelingen met Nederland kan gebruiken. Vermits Antwerpen-Centraal werd afgeschaft, kan die stopplaats door een andere worden vervangen. Met deze mogelijkheid worden wel alle andere problemen die zich thans voordoen weggewerkt.

Ik geef toe dat het capaciteitsprobleem op lijn 12 iets verminderd is, maar dat is omdat heel wat overstappende reizigers nu geen gebruik meer maken van de trein voor het woon-werkverkeer en omwille van de slechte verbinding met de wagen rijden. Dit lijkt me evenwel niet de juiste manier te zijn om het capaciteitsprobleem op te lossen.