Was er leven voor de politiek?

Ik was al vroeg politiek bedrijvig, maar toch heb ik de politiek niet met de paplepel binnengekregen. Mijn ouders waren politiek totaal niet actief. Ik moet 4 generaties teruggaan om een overgrootvader te vinden die enkele jaren schepen is geweest in Breendonk. 

Ik werd op 5 juli 1961 geboren in het Sint-Jozefziekenhuis van Mortsel en groeide op in Edegem. Mijn ouders hadden er een slagerij. Tijdens de vakantie liep ik daar in de weg, zodat ik tot mijn tiende jaar zowat alle vakantiedagen doorbracht op de boerderij van mijn grootouders in Breendonk-Puurs. Zo heb ik nog wat herinneringen aan het landbouwleven van vóór de Europese Landbouwpolitiek. Het waren nog boerderijtjes met 6 koeien, een paard en wat akkerbouw, zoals aardappelen, asperges, allerlei koolgewassen, graan en spruiten.

Lager onderwijs volgde ik, net zoals Cathy Berx acht jaar later, op enkele stappen van huis in de Edegemse gemeenteschool Andreas Vesalius. De inspirerende onderwijzer, nadien schooldirecteur Jan Coninx organiseerde er naschoolse kinderopvang toen dat woord nog moest uitgevonden worden. Ik bracht dan ook heel wat meer tijd door op school dan enkel tijdens de schooluren. Ik leerde er basketten en badmintonnen. Er werden fietstochten georganiseerd, ja, er werd zelfs met de leerlingen op zomerkamp getrokken.
Rond de school groeide een sport- en tienerclub, waarin ook de jongeren die de lagere schoolleeftijd achter zich hadden, nog een tijd actief bleven. Er werd gesport. De eerste fuifjes werden er georganiseerd. Het was een ideale manier om jongeren tussen 12 en 15 jaar van straat te houden. Achteraf heb ik wel spijt dat ik na die periode gestopt ben met sporten.


• "Als kinderen goed kunnen volgen op school, hebben punten geen belang. Wat wel telt is welke doelstellingen de kinderen bereiken".
• "De volledige persoonlijkheid van het kind mag nooit uit het oog verloren worden"
• "Het is een feit dat we leerlingen niet vlug zullen opgeven, zelfs al constateren we al na veertien dagen dat we een serieus probleem in huis hebben."

Jan Coninx in KLASSE, juni 1996

Ondertussen was ik in het Middelbaar Onderwijs terechtgekomen. Dat volgde ik, net zoals enkele jaren eerder collega gedeputeerde Bruno Peeters en enkele jaren later Antwerps Burgemeester  Bart De Wever, in het ook Edegemse Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdescollege. Ik koos er voor de afdeling Latijn-Wiskunde. In mijn herinnering koppelde het OLVE-College hoogstaand, kwalitatief onderwijs aan een soepele, informele omgang met de leerlingen. Je kon wat gedaan krijgen, op voorwaarde dat je er goede argumenten voor had. Vermoedelijk ben ik daar zin beginnen krijgen in het bedrijven van politiek, want ik was er voorzitter van de leerlingenraad. 

In die periode ben ik ook actief geworden in de Jongerenkerk. Dat gebeurde eerst bij Joke, de jongerenkerk van de parochie H. Familie van Elsdonk. Elke Tindemans en Mia De Schamphelaere waren daar ook in actief. Samen met Mia en Thomas Tindemans richtte ik trouwens ook een afdeling op in mijn eigen parochie.
De jongerenkerk deed meer dan het organiseren van jeugdmissen. Zoals het 16-jarigen past, werd er zoekend veel gepraat over onszelf, ons leven en over de maatschappij. Er werd gedacht, gefilosofeerd en actie gevoerd. Het was de tijd van de strijd tegen het duwvaartkanaal en voor de arena-weide en van de eerste anti-rakettenbetogingen. Zelf voerden we actie voor het behoud van het groene karakter van Fort V en fietsten we elke zaterdag naar het Kiel om daar in een buurthuis een jeugdbeweging voor jonge migrantenkinderen op de been te helpen. In de zomer trokken we met die gasten op kamp. Ook de jaarlijkse tentenkampen met alle jongerenkerken uit het bisdom waren zeer inspirerend. Ondertussen waren we natuurlijk ook jong. We maakten de eerste edities mee van Sfinks Folk en Rock Werchter.

Toen brak ook de universiteit aan. Na me ook wat geïnformeerd te hebben over Pol en Soc en over TEW, koos ik voor Rechten, met als voornaamste motief dat ik daarmee nog alle kanten uitkon.
De kandidaturen op UFSIA waren met Professoren als Fernand Van Neste, Jacques Claes, Miel Van Broeckhoven, Libert Van der Kerken, Louis Van Bladel, Jean Van Houtte en Marcel Storme, om er maar enkelen van te noemen, erg goed voor het opbouwen van een algemene basiskennis over de samenleving. 
Ik werd ook wat actief in het studentenleven. Zo droeg ik een jaar lang het lint van Praeses Cultuur van Sofia, de faculteitskring van de Rechten. In grote mate was toen mijn politiek engagement echter ook gestart, want ik werd er ook Antwerps en nadien nationaal voorzitter van de Christendemocratische Studenten en zette mijn eerste stapjes bij de CVP-Jongeren, maar daarover kan je meer lezen op andere pagina's.