1999 - 2003

Vragen voor Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Magda Aelvoet

10 July 2002

Mondelinge Vraag over de inplanting van windmolens op de Vlakte van de Raan

Vraag

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Op 13 juni ondervroeg ik de minister over de conformiteit van de inplanting van een windmolenpark op de Vlakte van de Raan met de langetermijnvisie op het Schelde-estuarium en het mogelijke protest van Nederland. De minister antwoordde mij, tot mijn ontzetting, dat ze zich niet gebonden voelde door de langetermijnvisie. Ze zei ook dat er nog een gesprek met Nederland zou plaatsvinden op 17 juni. Ondertussen heeft de minister op 25 juni toch beslist om een vergunning af te leveren. Op 5 juli raakte bekend dat Nederland via zijn ambassadeur in België formeel zijn ongenoegen te kennen gegeven heeft.
Hoe is het overleg op 17 juni verlopen? Waarom heeft de minister de vergunning op 25 juni toch afgeleverd ondanks de Nederlandse bezwaren? Waarom ontkende het kabinet op 5 juli aanvankelijk de berichten dat Nederland tegen deze beslissing protest aantekent? Zal de minister nog overleg plegen met Nederland? Zo ja, welke resultaten kan dit opleveren? Is de minister er zich van bewust dat het negeren van de langetermijnvisie in verband met de verdere uitdieping van de Schelde, de Nederlanders argumenten geeft om zich op het vlak van deze uitdieping ook strakker op te stellen?

Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Het overleg met Nederland op 17 juni verliep constructief. Wij hebben kennis genomen van de resterende opmerkingen van Nederland. Zij hadden nog vragen bij de veiligheidszone van 400 meter tussen de buitenste rij windmolens en de grens met Nederland. Zij vroegen om die uit te breiden tot 500 meter maar dan wel volledig binnen de Belgische territoriale wateren. Nu is 100 meter van die zone gelegen in de Nederlandse territoriale wateren.
Nederland stelde zich ook vragen bij de risicoanalyse van onze administratie. Wij hebben daarop geantwoord dat dit bezwaar weinig geloofwaardig is omdat Nederland voor zijn eigen windmolenproject in Egmond aan Zee een milieuvergunning toekent zonder een risicoanalyse te hebben uitgevoerd.
Nederland verwijst ook naar "de aantasting van het open gebied van de Westerscheldemonding", dat aan bod komt in de beleidsintenties tussen Vlaanderen en Nederland die in het memorandum van Vlissingen van 4 maart 2002 te lezen zijn, en ook naar de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Nederland past echter haar criterium van "12 zeemijl uit de kust" niet toe op het eigen windmolenproject in de territoriale zee in Egmond aan Zee dat op 10 km van de Nederlandse kust gelegen is.
Er werd toch een vergunning afgeleverd omdat België soeverein is in zijn zeegebieden en in het kader van het Verdrag van Espoo alleen verplicht is tot informatie en overleg met Nederland, wat systematisch is gebeurd. Alle informatie is vanaf het begin overgezonden aan Nederland en op 30 oktober 2001 en 17 juni 2002 heeft overleg plaatsgehad. Op 25 juni heb ik mijn ministeriële besluiten betekend aan Nederland.
Het kabinet ontkende de berichten van het Nederlands protest omdat die berichten eenvoudigweg niet bestonden. Slechts één krant had het bericht over het protest de wereld ingestuurd. Het persbericht van verleden week waarin werd gesteld dat Nederland de windmolens verder in zee wil, is vertrokken vanuit de Brusselse vestiging van het Nederlandse persagentschap ANP maar was, tegen de deontologische regels in, gebaseerd op een anonieme bron. ANP Nederland heeft bijgevolg dit bericht overgenomen van ANP Brussel zonder de bron te checken.
In het persbericht werd gezegd dat het standpunt uitging van Verkeer en Waterstaat, maar bij navraag werd dit op 5 juli formeel ontkend door officiële regeringskringen in Den Haag. Het bewijs hiervoor is dat dit bericht nooit werd verspreid door het officieel voorlichtingsorgaan van de Nederlandse overheid, noch door het ministerie Verkeer en Waterstaat, dat steeds alle persberichten die van zijn departement afkomstig zijn, trouw publiceert op zijn website. Van dit bericht is geen spoor op de website van Verkeer en Waterstaat. Vorige week donderdag heb ik overigens contact gehad met de Nederlandse ambassadeur op mijn kabinet. In een constructief gesprek heeft de ambassadeur de Nederlandse zorgen verwoord, maar hij heeft bevestigd dat er geen sprake is van een formeel protest.
De inspraak- en overlegronden zijn dus beëindigd. Iedereen weet dat de uitdieping van de Westerschelde een politiek probleem is, maar dat dit probleem zich niet situeert op het niveau van de Nederlandse regering. Het is bekend dat het moeilijk was om in Zeeland enkele zaken te doen aanvaarden, onder meer een bijkomende uitdieping van de Westerschelde. De ambassadeur heeft mij dat meegedeeld in het gesprek dat ik met hem heb gehad. De Nederlanders zullen hun houding in het dossier van de Westerschelde dus geenszins verstrakken omdat zij een aantal "zorgen", dat woord is letterlijk gebruikt, onder de aandacht hebben gebracht. Ik heb de ambassadeur trouwens ook gerustgesteld over de 500 meter, omdat ze zich vooral afvroegen of de noodzakelijke politiële controle op een goede manier zal kunnen verlopen. De technici zeggen mij dat het mogelijk is om de controleschepen waarover wij beschikken binnen de zone van 400 meter te houden. We moeten ons dus absoluut niet in de Nederlandse territoriale wateren begeven.

De heer Ludwig Caluwé (CD&V). - Ik heb toch enkele bedenkingen bij het antwoord van de minister.
Egmond aan Zee, dat ik goed ken, ligt niet in de buurt van scheepvaartroutes, wat voor de Vlakte van de Raan wel het geval is. Over Egmond aan Zee bestaat er ook geen afspraak tussen Vlaanderen en Nederland terwijl er wel was afgesproken dat de Vlakte van de Raan ongeschonden zou blijven, dat het gebied niet zou worden versnipperd en dat het geen andere bestemming zou krijgen.
U spreekt de berichten van het Nederlandse ministerie tegen. Ik begrijp dan niet goed waarom verschillende Nederlandse kranten bevestigen dat er protest was, dat u dat ontkent, maar dat het nadien toch werd bevestigd. Wat was dan de aanleiding voor de artikelen in de Haagsche Courant, en in de Provinciale Zeeuwse Courant? Daar staat toch manifest in dat er protest is.
Dat protest is waarschijnlijk nog niet overgenomen door de politieke overheid, daar er nog geen regering is. We zullen zien welke houding de nieuwe regering zal aannemen. Als de LPF de portefeuille Verkeer en Waterstaat in handen krijgt, zoals het er nu naar uitziet, zou het mij echter niet verwonderen dat dit protest formeel zal worden overgenomen en dat de beslissing over de windmolens een invloed zal hebben op de houding van Nederland ten opzichte van het uitdiepen van de Westerschelde, maar dat is voor uw partij waarschijnlijk geen prioriteit, integendeel. Ik heb de indruk dat u dat er graag bijneemt om die uitdieping onmogelijk te maken.