1999 - 2003

Vragen voor Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Magda Aelvoet

27 January 2000

Mondelinge Vraag over de eventuele gevolgen van de mazelenepidemie in Nederland

Vraag

De voorzitter. - De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, antwoordt namens mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu.

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Sinds juni 1999 is er in Nederland sprake van een mazelenepidemie. Die is ondertussen nog niet onder controle. Integendeel! In het begin van dit jaar kende de ziekte een nieuwe opstoot. De jongste vier weken is er sprake van 561 nieuwe ziektegevallen. Sinds het ontstaan van de epidemie zijn er in Nederland reeds drie kinderen gestorven en ruim veertig kinderen werden met ernstige complicaties in het ziekenhuis opgenomen. Van de patiënten was 99% niet ingeënt tegen mazelen.

Naar aanleiding hiervan heb ik een aantal vragen.
Worden de administratie van Volksgezondheid en de huisartsen via bepaalde procedures op de hoogte gebracht van dergelijke epidemieën in de andere landen van de Europese Unie?
Wijzen bepaalde gegevens erop dat de ziekte ook in België opnieuw opduikt?

De vaccinatie wordt in België door de gemeenschappen georganiseerd en gebeurt op vrijwillige basis. Ook in Nederland is de vaccinatie vrijwillig. In Nederland leidt dit tot een vaccinatiepercentage van 96%. Worden in België dezelfde percentages bereikt?

Aangezien er in ons land, net zoals in Nederland, nog steeds een erge vorm van mazelenepidemie kan ontstaan, had ik graag vernomen of de minister overweegt de mazelenvaccinatie te verplichten. Dat behoort immers tot de federale bevoegdheden.

Antwoord

De heer Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling. - Sinds 1 juli 1999 bestaat er een uitwisselingsprogramma tussen de EU-lidstaten voor het meedelen van informatie betreffende belangrijke problemen die betrekking hebben op de volksgezondheid en in het bijzonder op infectieziekten. Via dit officiële kanaal werd echter geen melding gemaakt van de mazelenepidemie in Nederland.

Voor de huisartsen bestaat er geen algemeen officieel kanaal. Er bestaan wel andere mogelijkheden om de huisartsen snel op de hoogte te brengen. In de Vlaamse Gemeenschap is er het tweemaandelijkse Epidemiologisch Bulletin van de Vlaamse Gemeenschap, dat echter nog geen informatie over deze problematiek verschafte. Een veel gebruikt informatiekanaal is dat van de artsenkrant Journal du Médecin, die echter als een privé-uitgave verschijnt.

Het netwerk van peilpraktijken op het WIV is tot op heden het enige bewakingsnetwerk voor de ziekte. Dankzij de goede vaccinatiegraad komen mazelen in België zeer weinig voor, zodat sommige artsen de ziekte zelfs niet meer herkennen. Het is wel bekend dat de ziekte nog sporadisch voorkomt bij groepen van jonge volwassenen die niet werden gevaccineerd en de ziekte als kind niet hebben doorgemaakt.

Vaccinaties worden in België door de gemeenschappen georganiseerd en gebeuren op vrijwillige basis. De cijfers van de vaccinatiegraad in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 maanden werden in 1999 in de beide gemeenschappen geëvalueerd. In Vlaanderen bedraagt de vaccinatiegraad 83,4%. In de Franse Gemeenschap bedraagt hij 82,4%. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat 95% van de bevolking met twee dosissen moet worden gevaccineerd om de verspreiding van mazelen helemaal te stoppen. Deze doelstelling wordt dus niet bereikt.

De vaccinatie verplichten is, zoals blijkt uit gegevens van andere landen, niet doeltreffend om de aandoening helemaal in te perken. België en de overige landen van de Europese regio hebben zich in het kader van een WGO-programma ertoe verbonden mazelen uit te roeien. Ons land zal dus samen met alle actoren alle aspecten van het probleem grondig moeten aanpakken om de vaccinatiegraad te verhogen. Daarnaast moet er een grondig en gecoördineerd bewakingssysteem worden uitgebouwd, vooral omdat de ziekte steeds minder frequent zal voorkomen en het dus moeilijker zal zijn om individuele gevallen en epidemieën te herkennen.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Ik heb nog enkele bedenkingen.
Enige bezorgdheid is zeker gepast omdat we vaststellen dat er in Nederland, ondanks de dubbele vaccinatie - het kind wordt als peuter en daarna nogmaals op de leeftijd van zeven à acht jaar gevaccineerd - en een vaccinatiegraad van 96% toch een epidemie is ontstaan waarbij zelfs kinderen zijn overleden. Aangezien de vaccinatiegraad in ons land maar ongeveer 83% bedraagt, lijkt het mij raadzaam de toestand op de voet te volgen teneinde te vermijden dat we in de nabije toekomst met een gelijkaardig probleem worden geconfronteerd.