1995 - 1999

Vragen voor Minister van Financiën en Buitenlandse Handel, Maystadt

24 October 1996

Mondelinge vraag over het BTW-tarief voor sierteeltproducten

Vraag

Mijnheer de Voorzitter, enkele weken geleden heeft de Regering beslist om de BTW op de sierteelt op 6 pct. te brengen.

Er is in dit besluit echter een leemte geslopen. Als de verbruiker de bedoelde bloemen en planten rechtstreeks bij een sierteler koopt, betaalt hij 6 pct. BTW. Wanneer hij deze producten echter aankoopt bij een tuinaannemer die meteen ook zorgt voor de bemesting, de beplanting en de aanleg, moet hij niet alleen op de werkuren en het concept 21 pct. BTW betalen, maar ook op de producten die bij de tuinaanleg worden verwerkt.

Nochtans moet de tuinaannemer, die deze producten in eerste instantie zelf aankoopt bij een sierteler, op deze aankoop maar 6 pct. betalen.

Te vrezen valt dat hierdoor oneerlijke concurrentie onstaat. De consumenten zullen de producten die verwerkt worden in hun tuin, rechtstreeks aankopen bij een sierteler en voor de aanleg niet langer een beroep doen op een professionele tuinaannemer, maar op grijs- of zwartwerk.

Daarom vraag ik de Vice-Eerste minister of hij de reglementering niet dusdanig kan wijzigen dat de tuinaannemers twee BTW-tarieven mogen hanteren, een voor de producten die zij leveren, namelijk 6 pct., en een voor het werk dat zij presteren, namelijk 21 pct. ?

Antwoord

Mijnheer de Voorzitter, sedert 1 januari 1993 kunnen de lidstaten enkel een verlaagd BTW-tarief toepassen voor de levering van goederen en diensten opgesomd in een limitatieve lijst vastgesteld door de Raad van de Europese Gemeenschappen en opgenomen als bijlage bij richtlijn 92/77/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 tot aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van de belasting op de toegevoegde waarde. Sierteeltproducten en het aanleggen van tuinen werden daarin niet opgenomen.

Volgens richtlijn 96/42/EG van de Raad van 25 juni 1996 tot wijziging van artikel 28, lid 2, van richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van de belasting op de toegevoegde waarde kunnen de lidstaten een verlaagd tarief invoeren voor de levering van sierteeltproducten.

Dientengevolge werd het koninklijk besluit nummer 20 van 20 juli 1970 inzake BTW-tarieven gewijzigd door het koninklijk besluit van 27 september 1996, zodat van 1 oktober 1996 af, krachtens rubriek VII, nummer 14 (nieuw) van tabel A van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit nummer 20 voor sierteeltproducten het verlaagde tarief van 6 pct. geldt.

Voor de levering van sierteeltproducten door een BTW-belastingplichtige die in uitoefening van zijn economische beroepsactiviteit sierteeltproducten levert, geldt van die datum af het verlaagde tarief.

Het aanleggen van tuinen en het onderhoud ervan worden in hun geheel beschouwd als onroerende handelingen en zijn dus dienstverrichtingen zoals beoogd in artikel 18, § 1, 1º, van het BTW-Wetboek. Bijgevolg kunnen de daarbij gebruikte goederen niet afzonderlijk worden belast. De prijs van deze goederen vormt immers een bestanddeel van de totale prijs van de dienstverrichting. Dit soort van diensten is niet opgenomen in de tabellen A of B van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit nummer 20 en is derhalve onderhevig aan het normale BTW-tarief.

Bovendien is het, gelet op de voornoemde Europese richtlijn, niet mogelijk een verdere uitbreiding van het verlaagde BTW-tarief voor deze diensten in de nationale wetgeving in te voeren.