toespraken

11 June 2021

Toespraak tijdens de studiedag agrarisch hergebruik

Goedemiddag allemaal,  
 
De voorbije 10 jaar werden we in onze provincie geconfronteerd met vele aanvragen voor nieuwe stallen op nog onbebouwde percelen, zgn. greenfields. Het ging meestal om jonge of doorgroeiende boeren die om aan de vereisten  van milieu en dierenwelzijn te kunnen voldoen, nieuwe ruimere stallen zetten. Die nieuwe aanvragen botsten met het streven naar het behoud van open ruimte. Het leidde tot politieke en maatschappelijke discussies op het platteland. Vaak kregen we te horen: “We hebben niets tegen die jonge boer, maar er zijn ook zoveel boeren gestopt, waarom neemt die nieuwe of uitbreidende boer geen bestaande vestiging over.” 

In diezelfde periode, meer bepaald in 2016 verschenen ook diverse studies  uitgevoerd door de provincie Antwerpen en het ILVO over  de ruimtelijke dynamieken die zich afspelen in het agrarisch gebied. Daaruit bleek dat 29%  (dat is bijna één derde) van het agrarisch gebied in onze provincie niét door landbouwers gebruikt wordt. Een opvallend hoog percentage, en in paradox staand tegenover de vraag tot het aansnijden van greenfields. 
Voor ons het signaal om aan de alarmbel te trekken en eens goed na te denken over hoe we daar mee moesten omgaan. 

In het voorjaar van 2017  werd een werkgroep agrarische reconversie samengesteld, waar verschillende beleidsdomeinen en beleidsniveaus elkaar ontmoetten. Daaruit sproten 2 plattelandsprojecten voort (PDPO):  

•    “Hergebruik van hoeves” in de provincie Oost-Vlaanderen waarbij gefocust werd op het zonevreemd hergebruik van landbouwinfrastructuur,  
•    en “Agrarisch hergebruik van landbouwinfrastructuur” in de provincie Antwerpen, het project dat ons vandaag samenbrengt.  

Dit thema gaat dus al een paar jaar mee. En toch blijken agrarische herontwikkelingen tot vandaag maar zelden te lukken. Hoe komt dat ? Er komt bij zo’n herontwikkeling heel veel kijken en niet alles is rationeel te vatten. Er spelen objectieve en subjectieve elementen mee. Er is de objectieve meerkost, tot 800.000 euro werd berekend, maar het ook “samen groeien” in het overnametraject, en dan hebben we het over menselijke relaties, er komt ook veel papierwerk bij kijken, en toch ook wel wat onzekerheid omdat het een heel zoekend/aftastend proces kan zijn.

Maar laat u door dat alles niet ontmoedigen want er liggen ook veel kansen. En wij willen u helpen om die vast te pakken en te ontwikkelen. En provinciebestuur kan dat. Overheden kunnen in de agrarische sector een heel belangrijke rol spelen door de manier waarop ze zich opstellen. Het feit dat in onze provincie het aantal landbouwers sinds 2014 niet meer daalt door onze inspanningen, toont dat aan.  
 
Zo zet de provincie Antwerpen ook formeel in op de herontwikkeling van agrarische sites voor landbouwgebruik. Landbouwers die een hoeve aankopen en daar (opnieuw) aan landbouw doen,  dat is  hoe het zou moeten zijn om een  goede ruimtelijke ordening te krijgen.     

Hoe kan een overheid meer agrarische herontwikkelingen stimuleren ? Ze kan dat bijvoorbeeld door verkopers en kopers van landbouwinfrastructuur aan elkaar te matchen.  Da’s één van de acties die we concreet gaan ondernemen. Het provinciebestuur en POM Antwerpen starten daarvoor over een paar weken een nieuwe samenwerking aan in een nieuw PDPO-project : Boer(en)Bedrijf(en)Match. Ze gaan daarin kopers en verkopers begeleiden in trajecten die dan hopelijk uitmonden in een goede agrarische herontwikkeling.

Hopelijk, zeg ik, want de afloop van zo’n proces is nooit op voorhand zeker. Landbouwers die zich aanbieden zullen in elk geval vanuit een brede expertise begeleid worden. We streven daarbij maximaal naar een agrarische herontwikkeling. Maar als dat niet wenselijk zou zijn op die locatie, dan kan het toch nog een zonevreemd gebruik zijn of kan de sloop volgen.  

Het wordt een zoektocht waarbij onder andere het landbouwkompas een belangrijk instrument zal zijn om sites mèt een belangrijke landbouwwaarde te identificeren. Ondanks de regelmatig gehoorde opmerking dat het  landbouwkompas nog wat verfijning behoeft, hebben toch ook al heel wat overheden er zich lovend over uitgelaten. We moeten kompas dan ook samen naar een nog hoger niveau kunnen tillen om die belangrijke sites te kunnen vrijwaren. Alleen zo kan het landbouwkompas een rol van betekenis spelen. 

Ik wil echter ook de olifant in de kamer benoemen. Een kompas kan maar functioneren in een stabiel regelgevend kader. Elke wijziging aan de visie op landschappelijk waardevol gebied, afstandsregels, geurkader, grondwaterregulering of stikstofreglementering geeft een tik aan de naald. En als al die wijzigingen, zoals nu, tegelijk plaatsvinden, slaat de naald horendol.  Hopelijk komen we met duidelijke beleidskeuzes, snel terug in kalme zee. Als die nog  ontwikkelruimte voor landbouwers inhouden, wat ik hoop, , is het landbouwkompas hèt instrument bij uitstek om te zeggen welke locaties daar nog voor geschikt zijn en op welke sites er dus beter geen zonevreemde functiewijziging wordt toegestaan.  

Maar vooraleer we aan een landbouwkompas 2.0 beginnen, zullen we het huidige landbouwkompas nog verder uitgebreid gaan testen. Daarvoor werkt de provincie momenteel aan een gebruiksvriendelijk geoloket, waarin landbouwkompassen automatisch gegenereerd worden.  
 
Het stelt de gebruiker in staat om snel informatie op te vragen en eventueel sites te vergelijken, om zo de meest optimale locatie voor een toekomstgerichte landbouwactiviteit te vinden. Landbouwers hebben immers ruimte nodig, en best daar waar ze ook op lange termijn rechtszekerheid hebben.  

En tot slot nog dit : landbouwers zijn dan wel grote ruimtegebruikers in het agrarisch gebied; maar als het op bijkomende bebouwing en verharding aankomt, dan moeten we toch ook kijken naar de zonevreemde gebruikers van het agrarisch gebied. De provincie Antwerpen heeft een afwegingskader opgemaakt dat - uitgaande van de bestaande wetgeving rond zonevreemde functiewijzigingen - beargumenteert waar zonevreemde functiewijzigingen nog wél of niét meer wenselijk zijn, waardoor ze op plaatsen vergund worden waar ze géén druk leggen op de ontwikkelruimte voor landbouw. Dit afwegingskader kwam tot stand in een nauwe en een zeer goede samenwerking tussen de dienst Landbouw en dienst Ruimtelijke Planning van de provincie

Dit toont aan dat beleidoverschrijdend werken loont, en zelfs een pluspunt is. En collega Lemmens zal dat zo meteen wellicht ook kunnen beamen vanuit het perspectief van de ruimtelijke planners. 

Actiegericht samenwerken over bestuursniveaus en beleidsdomeinen heen is cruciaal. Daarom pleit de stuurgroep aan het einde van het PDOP-project ‘Agrarisch hergebruik van landbouwinfrastructuur’ voor de oprichting van een Vlaams actieplatform voor de herontwikkeling van hoeves. Hiervoor zou bijvoorbeeld de werking van het bestaande openruimteplatform uitgebreid kunnen worden. Het is een beleidsaanbeveling die ik graag onderschrijf. Het is een goede manier om stappen vooruit te zetten.  

Ik dank u.