Landbouw

7 March 2019

Hooibeekhoeve helpt landbouwbedrijven om zich aan te passen aan het veranderende klimaat

Vlaams minister voor Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel bracht gisteren een werkbezoek aan de Hooibeekhoeve in Geel. Dat is één van de proefbedrijven voor land- en tuinbouw van de provincie Antwerpen. De medewerkers doen er voornamelijk praktijkonderzoek voor jongvee, melkvee en voedergewassen. Daarbij ligt de focus steeds meer op het veranderende klimaat. Zo wordt er onder meer gezocht naar manieren om de uitstoot van ammoniak, CO2 of methaan bij melkveebedrijven te verminderen en de opslag van CO2 in de bodem te verhogen.

Tijdens het werkbezoek maakte de minister kennis met de werking van de Hooibeekhoeve en het LCV, het Landbouwcentrum voor Voedergewassen, dat eveneens in Geel Ten Aard gevestigd is. Het accent lag op onderzoek en innovatie, voornamelijk in functie van het klimaat.

“Het belang van deze onderzoeken valt niet te onderschatten”, verklaart Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Koen Van den Heuvel. “De opgedane kennis wordt immers verspreid over gans Vlaanderen via demonstratieprojecten, workshops, studiedagen, enzovoort. De samenwerking tussen de Vlaamse overheid en de provincie Antwerpen is dus duidelijk een win-win voor de hele sector.”

Het veranderende klimaat staat al geruime tijd centraal bij de onderzoeksopdrachten van de Hooibeekhoeve. Het gaat daarbij zowel om wetenschappelijk als praktijkgericht onderzoek. De Hooibeekhoeve beschikt daarvoor over een eigen melkveestal met tal van innovaties zoals een automatisch melkanalysetoestel, een conditiescorecamera, sensorgestuurde licht- en klimaatregeling. Andere pluspunten zijn de eigen velden, waarvoor men samen met het LCV recent nog investeerde in een nieuwe proefveldhakselaar, én een breed netwerk van (melk)veehouders waarmee voor allerlei onderzoeken wordt samengewerkt.

Van veld tot stal

Waar vroeger enkel op bepaalde onderdelen werd gefocust, wordt vandaag bij die onderzoeksprojecten steeds meer naar de gehele keten gekeken. Er wordt als het ware van veld tot stal gewerkt. Een mooi voorbeeld is het demonstratieproject KOE (Klimaatvriendelijke Ommekeer met Eigen voer) van het LCV. “Dit project zet in op klimaatvriendelijke teelten als granen, veldbonen, grasklaver, rietzwenkgras en voederbieten,” verduidelijkt gedeputeerde voor Landbouw Ludwig Caluwé. “Diepwortelende gewassen laten meer organische stof achter in de bodem en met vlinderbloemigen heb je minder kunstmest nodig omdat ze zelf stikstof fixeren uit de lucht. Voederbieten zijn dan weer niet alleen een uitstekende teelt om de nitraatuitspoeling te beperken, ze zijn ook goed voor de bodem en produceren veel bedrijfseigen voer. Daardoor moet er minder ander voer als soja en granen van buitenaf aangevoerd worden.”

Samenwerking en kennisuitwisseling zijn elementair voor de Hooibeekhoeve. Recent stapte het dan ook mee in ‘De Klimaatploeg’, een plattelandsproject dat ondersteund wordt door de provincie Antwerpen, Vlaanderen en Europa. “In dit project werken 5 melkveebedrijven en experten uit verschillende vakgebieden samen aan concrete initiatieven die een positieve bijdrage leveren aan het klimaat,” licht gedeputeerde voor Plattelandsbeleid Kathleen Helsen toe. “Denk bijvoorbeeld aan het energieverbruik in de stal of het melklokaal, aan de introductie van andere teelten op het veld, het gebruik van milieuvriendelijke krachtvoerbestanddelen voor de dieren, enzovoort.