Landbouw

17 July 2018

Geen water meer voor de groenten

Groentetelers in open lucht die niet over waterbronnen of -voorraden beschikken zien vandaag hun teelten deels of volledig verloren gaan. Niet alleen de vollegrondsgroentetelers kampen met dit probleem, ook bij vele glastuinbouwers staan de waterbassins zo goed als leeg. Dat is ook het geval op het Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver en het Proefcentrum Hoogstraten. Nu al het beschikbare regenwater dreigt op te raken, kunnen ze niet anders dan overschakelen op grond- of leidingwater. “Een spijtige en kostelijke zaak voor een sector die ernaar streeft om op een zeer duurzame manier met water om te gaan,” stelt Ludwig Caluwé.

Ook tomaten, paprika’s, aardbeien en komkommers hebben last van de aanhoudende droogte. Want hoewel zij in een serre staan – en niet op het veld zoals onze bloemkolen, prei en sla – stroomt er ook door hun wortels regenwater.

Bekijk hier het ATV verslag

Ludwig Caluwé: “Al de regen die op de daken van de serre valt, wordt opgevangen voor de planten die eronder staan. En dat is noodzakelijk. Want om te groeien hebben tomaten, paprika’s, aardbeien en komkommers veel water nodig. Op jaarbasis heeft een tomatenplant netto minstens 800 liter water per vierkante meter nodig. Gelukkig valt er op jaarbasis gemiddeld 780 liter regenwater per vierkante meter. Dat regenwater wordt opgevangen in een waterbassin naast de serre zodat er steeds een voorraad beschikbaar is.”

Regenwater wordt 100% gerecupereerd”

Het stockeren van regenwater is belangrijk omdat de regenval onvoorspelbaar is, maar ook omdat de waterbehoefte van de serreplanten sterk varieert doorheen het jaar. Zo zien we dat tomatenplanten in het voorjaar (wanneer ze geplant worden) en in het najaar (wanneer ze hun laatste vruchten geven) veel minder water nodig hebben dan in de zomer (wanneer hun productie piekt). En laat die piekperiode in de zomer nu net ook de periode zijn waarin veel minder regen valt. Het resultaat is dan ook dat het waterpeil van de bassins ’s zomers pijlsnel daalt.

Vandaag kunnen we zelfs zeggen dat die waterbassins nagenoeg uitgeput zijn. De laatste meter water kan immers niet gebruikt worden omdat het water te warm is en er te veel vuil in zit. En dus is er voor de praktijkbedrijven en de andere glastuinbouwers geen andere mogelijkheid dan overschakelen op alternatieve bronnen zoals grond- en leidingwater. In het geval dat leidingwater gebruikt wordt, brengt dit een enorm kostenplaatje met zich mee.

Ludwig Caluwé: “Een zeer spijtige zaak als je weet dat de glastuinbouwsector alle moeite doet om het regenwater optimaal op te vangen en te stockeren. Maar tegen een lange droogte is ook hun buffer niet opgewassen. Soms omdat hun bassin niet groot genoeg is, maar vaak ook omdat er opgevangen regenwater verloren gaat: door verdamping tijdens warme dagen of overloop bij langdurige regenperiodes. De praktijkbedrijven van de provincie Antwerpen bekijken daarom waar het nog efficiënter kan en testen nieuwe technieken uit. Als bewezen is dat deze een verschil kunnen betekenen, kunnen ook glastuinbouwers er mee aan de slag gaan. Zo besparen we hen onnodige investeringen.”

10% van de oppervlakte van de volledige serre”

Glastuinbouwers kunnen bij het Proefstation voor de Groenteteelt in Sint-Katelijne-Waver een berekening laten maken van de grootte van hun waterbassins. Daarbij wordt rekening gehouden met  verschillende factoren zoals het klimaat, de grootte van het bedrijf, het gewas dat in de serre groeit, de voorspelde regenval en de verwachte droogteperiodes. Hier in Vlaanderen komt de inhoud van een waterbassin (lengte x breedte x hoogte) gemiddeld overeen met 10 procent van de oppervlakte van de volledige serre (lengte x breedte). Omdat het gebruik van regenwater ook in de rest van Europa steeds belangrijker wordt, werkt het Proefstation binnen het Europese project FERTINNOWA momenteel nieuwe modellen uit voor Polen, Spanje en Bretagne, aangepast aan hun huidige klimaat. Hierbij ligt de focus ook op klimaatverandering die voor gevolg heeft dat bassins groter moeten worden.

Omgekeerd wordt er binnen dit project ook samengewerkt met internationale partners om nieuwe technieken naar Vlaanderen te halen. Zo demonstreert het Proefstation op dit moment een nieuwe manier om bassins af te dekken die al frequent wordt gebruikt in Almeria (Spanje). De budgetvriendelijke zeilen voorkomen algengroei en zorgen voor minder verdamping en zijn veel goedkoper dan de drijvende zeilen die nu gebruikt worden. Wat we vandaag echter nog niet weten, is of deze zeilen ook geschikt zijn voor ons klimaat. In vergelijking met Spanje hebben wij bijvoorbeeld veel meer kans op sneeuw en vrieskou. Alweer een vraag waar het praktijkonderzoek een antwoord op zoekt.

Ook andere sectoren over de streep trekken”

De glastuinbouw gaat vandaag al zeer duurzaam te werk en hergebruikt zijn regenwater. Op dit moment zijn zij de enige landbouwsector die dit realiseert.

Ludwig Caluwé: “In de toekomst willen we ook andere landbouwsectoren over de streep trekken. Op ons praktijkbedrijf voor melkvee, de Hooibeekhoeve, wordt bijvoorbeeld al regenwater opgewaardeerd tot drinkwater voor de koeien. Op het Proefbedrijf Pluimveehouderij gebeurt dit momenteel nog niet omdat de kwaliteitseisen voor drinkwater voor kippen veel hoger liggen. Met de aanwezige kennis binnen de glastuinbouwsector moeten we de goede technieken om daar verandering in te brengen, wellicht niet te ver zoeken. Via ons samenwerkingsverband AGHRANT kunnen we dergelijke cross-sectorale onderzoeken opzetten zoals het SSWAP-project bij Interreg twee zeeën dat nu ingediend is en waarbinnen we de haalbaarheid van technieken rond regenwaterrecuperatie voor verschillende sectoren tegelijkertijd kunnen onderzoeken.”