De vzw Kievitsnest heeft samen met een financiële partner een bod uitgebracht op het voormalige Dominicanenklooster en de kerk in de Ploeg- en Provinciestraat. Tot dinsdag kon geboden worden.
Eind 2014 stemde de provincieraad in met de verkoop van het klooster en de kerk in de Provinciestraat. Het complex stond sinds 19 januari 2015 te koop op de website van de gespecialiseerde vzw Fed-net. De startprijs bedroeg 3,6 miljoen euro.
Tot dinsdag 16 uur kon een bod onder gesloten omslag worden uitgebracht. Kievitsnest, een vzw opgericht door buurtbewoners om van de leegstaande kerk een ontmoetingscentrum te maken, had eerder al aangegeven partners te zoeken om een bod uit te brengen, heeft dat ook effectief gedaan, zo bleek dinsdag.
“We zijn door twee jonge projectontwikkelaars gecontacteerd en hebben met hen een project uitgewerkt. Er is ook een derde partij die kandidaat is om zich op de site te vestigen”, zegt voorzitter Benjamin De Bruyn van de vzw Kievitsnest, die eerder buurtwerking deed in de kerk die nu gesloten is.
Overdag toegankelijk
“Die drie partijen vormen samen een heel sterke combinatie.
Ik heb er alle vertrouwen in dat de vzw Kievitsnest haar plaats daar zal kunnen behouden en uitbouwen”, zegt De Bruyn verder.
Hij benadrukt dat het project van Kievitsnest en partners voldoet aan de voorwaarden die de provincie Antwerpen eind 2014 voor de verkoop heeft gesteld.
Een essentiële voorwaarde voor de provincie is dat het complex gebruikt wordt voor de realisatie van een sociaal-cultureel project waarbij de tuin overdag toegankelijk moet zijn voor de buurt.
Daarnaast moet ook de buurt betrokken worden bij de realisatie van een nieuw project en moeten er bovendien ook woon- of verblijfplaatsen worden voorzien.
In totaal zaten er vier enveloppen in de urne die dinsdagnamiddag werd geopend, bevestigt de provincie. Wie de drie andere bieders waren, kon het kabinet van gedeputeerde Ludwig Caluwé (CD&V), bevoegd voor provinciaal vastgoed, niet zeggen. Hij bevestigt dat de vier biedingen onder de startprijs liggen. “Het hoogste bod was 1,5 miljoen euro”, zegt Caluwé.
Peter Simoens ■