2003 - 2004

2 September 2003

Wetsvoorstel tot aanvulling van artikel 161 van het Burgerlijk Wetboek

TOELICHTING

Dit wetsvoorstel neemt, met een geactualiseerde toelichting, de tekst over van een voorstel dat reeds op 20 september 1999 in de Senaat werd ingediend (stuk Senaat, nr. 2-70/1 ­ BZ 1999).

Artikel 162 van het Burgerlijk Wetboek is het resultaat van een lange evolutie. Artikel 162 stelde in 1804 een strikt verbod in om een huwelijk te sluiten tussen schoonbroer en schoonzuster. Dispensatie was niet mogelijk. Dit absolute verbod werd gemilderd door een decreet van 28 februari 1831, dat in de volgende termen gesteld was :

« De Regering is bevoegd om het huwelijksverbod van artikel 162 van het Burgerlijk Wetboek voor huwelijken tussen aangehuwden in de graad van broer en zuster wegens gewichtige redenen op te heffen. De dispensatie kan alleen dan worden verleend wanneer het huwelijk werd ontbonden door de natuurlijke dood van een der echtgenoten. »

Deze regeling hield vele jaren stand, tot bleek dat het aantal dispensaties na de oorlog 1914-1918 zodanig toenam dat het verlenen van een dispensatie de regel werd, en de weigering de algemene uitzondering. Dispensatie werd verleend, niet om gewichtige redenen, maar andersom omdat er geen gewichtige redenen waren om ze te weigeren.

Daarom werd bij de wet van 11 februari 1960 aan artikel 162 een tweede lid toegevoegd.

Het bepaalde dat aanverwantschap geen beletsel is voor het huwelijk na het overlijden van de echtgenoot, die de aanverwantschap heeft doen ontstaan.

Artikel 161 van het Burgerlijk Wetboek vermeldt de aanverwantschap in de rechte opgaande en neerdalende lijn als huwelijksbeletsel.

Naar analogie van de aanvulling van artikel 162, kon de vraag rijzen of het overlijden van diegene die de aanverwantschap deed ontstaan ook in de rechte lijn niet tot de opheffing van het huwelijksbeletsel moest leiden.

Allicht heeft de wetgever zich die vraag nooit gesteld omdat er in de rechte lijn niet zoveel probleemgevallen voorkwamen. Toch bestaan er ter zake moeilijkheden.

De Franse wetgever lost deze problemen op door toe te laten dat het staatshoofd, als er zwaarwichtige redenen zijn, het in artikel 161 genoemde huwelijksbeletsel opheft.

Het verdient echter de voorkeur die verwantschap niet meer als huwelijksbeletsel te beschouwen, als de persoon die de verwantschap deed ontstaan, overleden is. Dat geldt des te meer, nu de wetgever in 2001 het huwelijksverbod tussen schoonbroer en schoonzus volledig heeft geschrapt (wet van 27 maart 2001).

Ludwig CALUWÉ.

WETSVOORSTEL

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Artikel 161 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :

« Aanverwantschap is echter geen beletsel voor het huwelijk na het overlijden van de echtgenoot die de aanverwantschap heeft doen ontstaan. »