1999 - 2004

Vragen voor Minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, Jef Tavernier

13 April 2004

Vraag om uitleg over het eisen van ontbossingsvergoedingen bij de verkaveling van oude tuinen en parken

Vraag

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, vooral in bosrijke gemeenten - in de groene rand rond Antwerpen zijn er heel wat dergelijke gemeenten - oordeelt de afdeling Bos en Groen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap regelmatig dat een perceel als bos moet worden beschouwd en aldus bij ontbossing en/of verkaveling onder de regeling van compensatieplicht valt. Meermaals werd hierbij vastgesteld dat oude tuinen en/of parken als bebost geheel worden beschouwd, hoewel dit in tegenstelling is met de bepaling van bos in het bosdecreet waarbij aangelegde tuinen en parken uitgesloten worden van compensatieplicht.Vooraleer een tuin of park verkaveld en/of bebouwd wordt, is er in de praktijk een periode van niet-onderhoud van de percelen waarbij spontane opgroei zich kan ontwikkelen.

Mijnheer de minister, moet de administratie zich bij beoordeling van het al dan niet toepassen van de compensatieplicht niet houden aan de bepalingen van het bosdecreet dat stelt dat enkel bos, zoals omschreven in het bosdecreet, en spontaan bos ouder dan 22 jaar onder het toepassingsgebied van ontbossing vallen ?

Een gelijkaardig probleem rijst in woonparken waar nog enkele percelen niet zijn bebouwd en waarop zich een spontane begroeiing heeft gevestigd. Deze percelen bevinden zich dikwijls tussen aangelegde tuinen en zijn hiervan afgesloten door middel van draadafsluitingen. Een bosfunctie bezitten deze door tuinen ingesloten percelen niet meer. Nochtans worden hiervoor compensatiedossiers voor ontbossing opgemaakt. Bij de beoordeling van deze ingesloten percelen bevestigt Bos en Groen trouwens dat deze percelen geen bos meer zijn door te stellen dat een gedeeltelijke ontbossing, die nodig is voor het bouwen van de woning en circulatie rondom, hier niet voldoet. Een volledige compensatieplicht van het perceel, dus van de bouwplek van de woning met zijn circulatie en de tuin, is noodzakelijk aangezien de oppervlakte anders zo klein zou zijn dat men niet meer van een bos kan spreken. De gemeenten krijgen het gevoel dat de administratie zo maximaal mogelijk de geldelijke compensatieregeling toepast en hierdoor aan de aanvragers ook deze maximale ontbossing toestaat.

Voor deze regeling bestond, lieten de meeste gemeenten zo weinig mogelijk ontbossen en gingen ze ontbossing zoveel mogelijk tegen om hierdoor haar bebossingindex op een aanvaardbaar peil te houden. De compensatie van ontbossing voor een perceel wordt momenteel zeer vlot afgeleverd en maakt het voor de gemeenten moeilijker om een groen beleid te voeren. Uiteraard kan de gemeente bijkomende bepalingen opleggen, maar het opleggen hiervan op een perceel waarvoor iemand een ontbossingvergoeding betaalde, komt erg onlogisch over bij de eigenaars en stuit tegen de borst.

Mijnheer de minister, kunt u een overzicht geven van welke bedragen reeds werden geïnd en van wie en op welke plaatsen er met deze gelden nieuwe bossen werden aangeplant

Minister Jef Tavernier : Mijnheer Caluwé, u vraagt mij uitleg over het feit of percelen die bezet zijn met bomen en struiken steeds als bos kunnen worden beschouwd en hoe de beoordeling door mijn administratie gebeurt.Volgens het bosdecreet zijn bossen oppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren en die één of meer functies vervullen.

U stelt in uw vraag dat tuinen en parken volgens artikel 3 van het bosdecreet niet onder dit decreet zouden vallen en bijgevolg niet als bos zouden kunnen worden beschouwd. Een tuin wordt in dit geval geïnterpreteerd als een aangelegde tuin, bestaande uit grasperken en sierbeplantingen. Restanten van bospercelen kunnen deel uitmaken van een al dan niet omheind bouwperceel, maar als ze nog voldoen aan de definitie van bos, blijven ze het statuut van bos behouden. Parken kunnen ook bestaan uit deels beboste ruimten zodat delen van een park ook onder het bosdecreet kunnen vallen.

Bij de adviesverlening wordt de norm gehanteerd van 10 bij 10 meter. Indien een oppervlakte bezet met bomen en struiken met een eigen fauna en flora en één of meer functies, minstens 10 meter breed en 10 meter lang is, wordt deze oppervlakte als bos beschouwd en valt ze bijgevolg onder het bosdecreet. Ingesloten percelen waar nog bosrestanten op voorkomen en waarvan deze restanten meer dan 10 bij 10 meter groot zijn, worden als bos beschouwd.

De te ontbossen oppervlakte bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag wordt bepaald op basis van het inplantingplan dat bij de aanvraag wordt ingediend. Hierbij moeten alle te verharden en/of te bebouwen oppervlakten, alsook de oppervlakten waar een aanzienlijke reliëfwijziging gebeurt, in rekening worden gebracht. Een boomvrije strook van 3 meter rondom de te verharden en te bebouwen oppervlakte wordt hierin meegerekend, voor zover de aanvrager die zelf niet aanduidt.

De resterende oppervlakte wordt als bos beschouwd als die minimum 10 meter breed is op het betreffende perceel. Indien de resterende met bomen bezette oppervlakte geen 10 meter breed is, wordt die als te ontbossen meegerekend en geldt bijgevolg de compensatieplicht op het volledige perceel.

Het komt me echter voor dat dit niet echt correct is. Als een strook bos van minder dan 10 meter breed blijft staan, kan dat veeleer worden beschouwd als een houtkant, wat een waardevol klein landschapselement is. Indien er echter ook voor deze bomen een compensatie moet worden betaald, dan geef je eigenlijk de stimulans om alles botweg om te hakken, want men heeft er toch voor betaald. Daarom ben ik er voorstander van dat deze interne afspraak wordt gewijzigd en de compensatie wordt beperkt tot dat deel dat echt moet worden gekapt voor het bouwwerk, plus de 3 meter eromheen. Ik zal mijn diensten vragen de criteria en richtlijnen bij adviesverlening zo aan te passen.

Uiteraard kan de gemeente, in het kader van de gemeentelijke autonomie, bijkomende bepalingen opleggen bij het verlenen van vergunningen, zoals u zelf ook suggereert. Het is echter zo dat het behoud van hoogstammige bomen niet tot gevolg heeft dat deze oppervlakte ook onder de toepassing valt van het bosdecreet.

Het kan dus zijn dat een perceel volledig ontbost werd in de zin van niet meer vallend onder het bosdecreet, waarbij aan de compensatieplicht werd voldaan, maar waar een aantal hoogstammige bomen moeten behouden blijven als extra bepaling door de gemeente. Deze bomen worden dan niet meer als bos beschouwd omdat ofwel de oppervlakte te klein is, namelijk minder dan 10 bij 10 meter groot, of omwille van het feit dat aan de grond een ander gebruik wordt gegeven. Zo kan het zijn dat deze bomen in de tuin geïntegreerd worden waarbij onder de bomen een gazon wordt aangelegd of men er kippen laat lopen of iets in die aard.

Sinds 2000 werd een bedrag geïnd van 8.855.000 euro, waarvan 39.746,21 euro uit de gemeente Essen komt. Dit staat voor een totale ontboste oppervlakte van 357,73 hectare, waarvan 1,71 hectare in de gemeente Essen.

De heer Ludwig Caluwé : Indien u toch cijfers per gemeente geeft, ben ik meer geïnteresseerd in de gemeente Brasschaat.

Minister Jef Tavernier : Ik ga ervan uit dat een Vlaams volksvertegenwoordiger niet zijn gemeente vertegenwoordigt, maar alle Vlamingen en alle Vlaamse gemeenten. Bij dit antwoord zijn echter gegevens voor de gemeente Essen gevoegd. Met deze compensatiebedragen werden reeds 3,6788 hectare nieuwe terreinen aangekocht in Meeuwen-Gruitrode en Aalter voor een bedrag van 58.975 euro.

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u de beleidslijn wilt wijzigen. Het antwoord had misschien meer kunnen worden gespecificeerd.Willen we de parkgemeenten groen houden, dan moeten de gemeenten daarop kunnen inspelen door zoveel mogelijk bomen te behouden. Dat wordt echter moeilijker als voor het hele perceel al een ontbossingsvergoeding is betaald. Het is een goede zaak dat dit wordt gewijzigd.