1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Gilbert Bossuyt

12 November 2003

Vraag om uitleg over een verbindingsweg tussen de N171 expresweg en de N1 (Mechelsesteenweg)

De heer Ludwig Caluwé :

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, de beslissing om de expresweg N171 door te trekken naar de A12 zorgt voor een snelle verbinding tussen de twee hoofdwegen E19 en A12. In 2004 zouden de werken van start gaan. Deze nieuwe verbinding zorgt voor heel wat onrust in de gemeenten ten oosten van de E19 : in de eerste plaats in Kontich, Edegem en Mortsel, maar ook in Hove en Boechout. De gemeenten vrezen een toename van het verkeer op hun nu al drukke grondgebied.

In het mobiliteitsplan van Edegem staat dat de geplande doortrekking van de N171 richting A12, de verkeersdruk op de N171 zal doen toenemen. Daardoor zal deze N171 evolueren naar een bovenlokale verbinding.Het gedeelte van de N171 op het grondgebied van Edegem, de Boniverlei, loopt dwars doorheen een groot verblijfsgebied en is niet geschikt om grote verkeersstromen op te vangen. Zelfs zonder extra verkeer van de expresweg, dringt een alternatief voor de Boniverlei zich op, gezien de plannen van De Lijn om hier een nieuwe tramverbinding aan te leggen op het tracé van de vroegere spoorlijn, vanuit Mortsel in de richting van Kontich. Om te vermijden dat het verkeer zijn weg zal zoeken in de Edegemse woonwijken, wordt voorgesteld de reservatiestrook van de grote ring te gebruiken voor een lokale omleidingsweg met een bufferstrook tussen de nieuwe weg en de Edegemse beek.

Ook in het mobiliteitsplan van Kontich wordt een alternatieve oost-westverbinding tussen de expresweg en de Mechelsesteenweg als een absolute prioriteit naar voren geschoven om te vermijden dat het verkeer zich door het centrum van Kontich een weg zal zoeken richting Mechelsesteenweg.Ook de gemeente Kontich schuift hiervoor de reservatiestrook naar voren.Veel alternatieven zijn er trouwens niet in de dichtbevolkte regio. De reserveringsstrook voor de grote ring werd omgevormd tot een leidingstraat, om de aanleg van leidingen te vrijwaren. Minister Van Mechelen nam hierover begin 2001 evenwel een genuanceerd standpunt in. Hij zei : 'Indien zich echter bepaalde noodzaken of opportuniteiten zouden voordoen, waarbij andere infrastructuren binnen deze reservatiestrook worden voorgesteld zonder dat de aanleg van de leidingstraat in het gedrang komt, zullen die geval per geval onderzocht en beoordeeld worden.' Mijnheer de minister, uw voorganger liet het initiatief aan de gemeenten en zei : 'De aanleg van de verbinding zal niet worden opgenomen in het meerjarenprogramma van mijn departement, maar zal, als ze wenselijk blijkt, door de lokale overheid moeten worden opgenomen in het lokale mobiliteitsplan.'

Nochtans gaat het hier duidelijk over de verkeersafwikkeling op een hoger niveau dan het louter lokale. Naast de plannen voor de verbinding tussen de E19 en de A12, heeft het gewest immers ook beslist om de Boniverlei te laten dienen voor de verlenging van de tramlijn in de richting van Kontich. Het lijkt dan ook niet meer dan normaal dat het gewest zorgt voor een oplossing voor de verkeersproblemen die hiervan een gevolg zullen zijn. Die oplossing zou ook passen in de doelstellingen van het Mobiliteitsplan Vlaanderen, want het kleine stukje verbindingsweg tussen de N171 en de N1 kan immers worden beschouwd als een rondweg, waarmee leefbare woonstraten en aantrekkelijke centrumstraten ontstaan die niet langer worden gebruikt als een sluiproute of een alternatieve route voor het doorgaand verkeer.

Mijnheer de minister, erkent u het mobiliteitsknelpunt op het grondgebied van Kontich en Edegem ? Momenteel is er veel sluipverkeer, dat enkel zal toenemen na de doortrekking van de N171 en de aanleg van de tramverbinding richting Kontich over de Boniverlei. Bent u bereid om vanuit het Vlaams Gewest een oplossing te zoeken voor het verkeer tussen de N171 en de N1, zonder dat daarbij extra overlast ontstaat voor de centra van Kontich en Edegem ?

Overweegt u om een nieuwe verbindingsweg, een rondweg, aan te leggen tussen de N171 en de N1 op de reserveringsstrook voor de grote ring ? Wordt deze mogelijkheid onderzocht ? Welke stappen werden reeds gezet in de richting van een oplossing ?

Mevrouw Marleen Van den Eynde :
evrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de mobiliteitsproblemen in de zuidelijke rand van Antwerpen, en meer bepaald in de gemeenten ten oosten van de E19, zijn heel groot.

Verschillende oorzaken liggen aan de basis ervan. Enerzijds zijn er de plannen om tussen de N171 en de A12 een verbindingsweg te creëren zodat de E19 en de A12 met elkaar worden verbonden op het grondgebied van de gemeente Rumst. Anderzijds zijn er de plannen om aan de andere kant van Kontich de tramlijn door te trekken vanuit Mortsel. Daarvoor werd gekozen voor het tracé van de Boniverlei. Bovendien kampt de regio met een negatief effect van de versmalling van de gewestweg N1 op het grondgebied van Mortsel.

Deze drie totaal verschillende projecten hebben heel wat onrust tot gevolg in de gemeente. Ik heb u hier al vaak over ondervraagd. De vraag van de heer Caluwé bevat voor de gemeente Kontich een mogelijke oplossing. Het is heel duidelijk dat de drie nieuwe verkeersafwikkelingen gevolgen zullen hebben voor de verkeersdoorstroming in de hele regio. Ik wil even rechtzetten dat mijn gemeente nog niet over een goedgekeurd mobiliteitsplan beschikt. Dat is het gevolg van de vele projecten die op stapel staan.We kunnen immers geen duidelijk mobiliteitsplan afwerken.

Ik ben het met de heer Caluwé eens dat het tracé van de leidingweg het best is geschikt om een vlottere doorstroming te creëren. De Boniverlei zal na de aanleg van de tramlijn immers geen doorstromingsfunctie meer hebben.

Momenteel wordt een streefbeeldstudie opgesteld naar aanleiding van de doortrekking van de expresweg tot de A12. Die studie zou een oplossing moeten bieden voor de talloze verkeersingrepen. Eind juni werd het ontwerp van studie bezorgd aan de gemeentebesturen, met de opmerking dat advies of opmerkingen binnen de 14 dagen moesten worden overgemaakt. Hoewel de vakantieperiode net was begonnen, werden door de gemeente Kontich een aantal heel belangrijke opmerkingen gemaakt en werd ook een totaalvisie gegeven over het ontwerp van streefbeeldstudie.

Ondertussen zijn de gemoederen nog meer verhit, want het ontwerp voorziet in nogal zware ingrepen op het grondgebied van Kontich. Delen van onze gemeenten zullen volledig worden afgesloten van het centrum. De middenstand van Kontich is enorm bezorgd over de toekomstplannen van de Vlaamse regering.

Mijnheer de minister, kunt u de stand van zaken van de streefbeeldstudie geven ? Na het afleveren van het advies, hebben we immers niets meer vernomen. Klopt het dat de doortrekking van de expresweg zal worden aangevat in 2004 ? De Vlaamse regering plant zelf de ingrepen op het grondgebied van Kontich. Bent u dan ook bereid om te zorgen voor een betere verkeersdoorstroming door middel van een omleidingweg ?

De heer Johan Malcorps :

Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, deze problemen kunnen niet afzonderlijk worden bekeken. Er is een coherente visie nodig. Zo'n visie zit vervat in het Vlaams structuurplan en in het provinciaal structuurplan. Een oplossing kan worden gevonden in een groter aanbod aan openbaar vervoer op de N1 en op de Statielei.

Er wordt werk gemaakt van de verlenging van de tramtrajecten. Er werd ook geopteerd voor het doortrekken van de N171 van Kontich naar Boom.Wij waren niet zo gelukkig met die keuze, maar de discussie is gesloten en de beslissingen werden genomen.Veel hangt nu af van de streefbeeldstudie. Er mag geen sprake zijn van een grote autosnelweg, maar wel van een weg met een lager profiel, want anders wordt de leefbaarheid van Kontich inderdaad bedreigd.

Alles moet in elkaar worden geschoven. De streefbeeldstudie is erg belangrijk.We moeten ons houden aan de gemaakte keuzes. In nog eens een omleidingsweg voorzien, lijkt me geen goed idee. Het is beter te opteren voor de maximale uitbouw van het openbaar vervoer. Een nieuwe weg voor auto's is geen goede oplossing, want zal alleen maar meer auto's aantrekken.

Minister Gilbert Bossuyt :

Mevrouw de voorzitter, dames en heren, er is inderdaad een mobiliteitsprobleem in de gemeenten Edegem en Kontich, net zoals in alle gemeenten van de Antwerpse regio. De verkeerssituatie is in Edegem of Kontich niet erger of minder erg dan elders rond Antwerpen. Uit de streefbeeldstudie die momenteel wordt uitgevoerd voor de N171, blijkt dat het doortrekken van de N171 tot aan de A12 weinig of geen bijkomend verkeer zal genereren in de gemeenten Edegem en Kontich. Het verkeer dat in de gemeenten Edegem en Kontich aanwezig is, wordt voornamelijk lokaal gegenereerd. Dit verkeer is afkomstig van de bewoners van de eigen of de omliggende gemeenten die naar het hoofdwegennet rijden. Ik ga niet akkoord met de stelling dat het Vlaams Gewest aan de basis zou liggen van de verkeersproblemen in Edegem en Kontich.

De geplande openbaarvervoerprojecten van het Masterplan Antwerpen zullen de algemene druk van het autoverkeer net doen afnemen. In de streefbeeldstudie die wordt opgemaakt voor de N171, wordt de problematiek van het verkeer tussen de N171 en de N1 gedetailleerd onderzocht.De omliggende gemeenten zijn betrokken bij deze streefbeeldstudie. Uit die studie blijkt dat het aanleggen van een omleidingsweg rond het centrum van Kontich een lokale impact heeft onder de vorm van een verkeersafname in het centrum van Kontich. De aanleg van een nieuwe lokale verbindingsweg ter hoogte van de voormalige reserveringsstrook voor de grote ring, kan dus een verbetering inhouden van de lokale mobiliteitsproblematiek. Zolang de streefbeeldstudie niet is afgerond, wens ik hier geen formele uitspraken over te doen.

Aangezien deze verbindingsweg volgens het Vlaams Gewest van lokaal belang is, zal hij moeten worden aangelegd door de lokale overheid. Mijn voorganger heeft dit reeds zo gesteld in het Vlaams Parlement. Procedureel kan dat ook moeilijk anders. Ik wijs erop dat het provinciaal structuurplan deze nieuwe verbindingsweg niet heeft geselecteerd als een nieuw aan te leggen secundaire weg. Het betreft dus een nieuw aan te leggen lokale weg die moet worden voorzien in de lokale structuuren mobiliteitsplannen. De gemeenten Kontich en Edegem wensen deze verbindingsweg echter niet aan te leggen, omdat zij van mening zijn dat de aanleg noodzakelijk is ten gevolge van de bijkomende verkeersdruk die wordt veroorzaakt door het Vlaams Gewest. Zoals hoger is uiteengezet, is het Vlaams Gewest het niet eens met deze visie. Verder beweren de lokale overheden ook niet over de nodige middelen te beschikken om deze verbindingsweg aan te leggen.

Dit hoeft echter niet te betekenen dat er geen oplossing mogelijk is die beide tegengestelde visies kan verzoenen. De studies voor de tramdoortrekking via de Boniverlei hebben immers aangegeven dat de aanleg van deze nieuwe lokale verbindingsweg het project ter hoogte van de gewestweg aanzienlijk goedkoper kan maken. De kostenbesparing op het vlak van onteigeningen is naar verwachting groter dan de aanlegkost voor de nieuwe lokale verbindingsweg.

Op dit vlak is dus een win-winsituatie mogelijk. Ik heb daarom aan de burgemeesters van Kontich en Edegem voorgesteld om een overeenkomst te laten onderzoeken waarbij de lokale overheden de verbindingsweg aanleggen, conform de visie van het Vlaams Gewest, maar waarbij het Vlaams Gewest de kosten draagt, conform de visie van de lokale overheden. Beide burgemeesters hebben voorzichtig positief op dit voorstel gereageerd.Van zodra het streefbeeld formeel is goedgekeurd, kan worden gestart met de opmaak van een ontwerp van overeenkomst dat aan alle betrokken partijen ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Het is evident dat zolang niet iedereen deze overeenkomst heeft goedgekeurd, er geen sprake is van een definitieve doorbraak in het dossier. Indien dit voorstel niet kan rekenen op het nodige draagvlak, moet worden overwogen om de tramdoortrekking te realiseren via de Boniverlei. Dit brengt dan een grotere grondinname van de aangelanden met zich mee

De heer Ludwig Caluwé:

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Er kan worden gediscussieerd over de vraag of de doortrekking van de verbindingsweg grote gevolgen heeft voor de gemeenten ten oosten van de E19. Het is wel een feit dat een bepaalde vorm van het doortrekken van de tramlijn ernstige verkeerstechnische problemen meebrengt die een andere oplossing vragen. Het voorstel moet met de nodige welwillendheid worden onderzocht en biedt een mogelijkheid tot oplossing