1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Stevaert

3 July 2002

Vraag om uitleg over de streefbeeldstudie voor de A12 ten noorden van Antwerpen

Vraag

Het dossier van de A12 Antwerpen - Bergen-op-Zoom is ondertussen genoegzaam bekend. Niet enkel in de regio van Antwerpen, maar ook in de commissie Mobiliteit & Openbare werken was en is deze "Havenweg" regelmatig stof tot discussie. Het betreft vooral de problematiek van op- en afritten en de verkeersleefbaarheid van de regio, twee zaken die nauw met elkaar verweven zijn. Bij vroegere vragen over de problemen die hiermee voor de betrokken gemeenten gepaard gaan, verwees de minister steevast naar de Streefbeeldstudie die voor deze autosnelweg werd opgesteld. Naar verluid bevindt deze studie zich momenteel in een eindfase. In het kader van de discussie omtrent de streefbeeldstudie worden nu allerlei oplossingen gesuggereerd. Het knelpunt hierbij lijkt echter te zijn dat elke oplossing elders een nieuwe moeilijkheid creëert. Cruciaal hierbij is de stelling dat op de A12 de minimale afstand tussen de knooppunten 5 tot 10 km zou moeten bedragen. De voornaamste vraag lijkt mij dan ook te zijn of deze stelling wel overeind moet blijven. De jongste ervaring sinds de rechttrekking van de Leugenbergbocht leert immers dat de problemen in de streek voornamelijk vergroot zijn omdat men het aantal op- en afritmogelijkheden verminderd heeft. Mij lijkt het dan ook zo te zijn dat er slechts een oplossing kan komen wanneer van dit dogma wordt afgestapt en er volwaardige op- en afritten komen of blijven aan de Leugenberg, aan de Bunderdijk of dit kan dan wel een alternatief zijn, het rond punt aan de Smalle Weg, aan het Laagland, te Berendrecht en te Zandvliet.Ondertussen stelt zich hier ook de problematiek van het fietsverkeer. Voor woon- werkverkeer per fiets vormen de A12, samen met het Kanaaldok belangrijke moeilijk te nemen hindernissen.Daarom stel ik aan de Minister graag volgende vragen:
-Is de Minister het eens met mijn stelling dat voor de concrete problematiek van de A12 ten noorden van Antwerpen moet afgestapt worden van de regel dat op autosnelwegen er maar om de 5 à 10 km een knooppunt mag aangelegd worden?
-Welke oplossingen ziet de Minister op korte termijn voor het fietsverkeer?AntwoordIn antwoord op uw vraag om uitleg kan ik u mededelen dat de streefbeeldstudie voltooid zal zijn in het najaar van 2002. Het streefbeeld is een multi-modaal streeefbeeld zodat er ook een streefbeeld uitgewerkt wordt voor de fietsinfrastructuur ter hoogte van de A12. Zolang deze studie niet afgerond is en goedgekeurd werd door de provinciale auditcommissie kan ik geen inhoudelijk uitspraken toen over de streefbeeldstudie. In elk geval is het niet zo dat er al opties genomen zouden zijn. Momenteel werden enkel een aantal variante concepten uitgewerkt die elk hun voor- en nadelen hebben. De ontwikkelingsperspectieven voor hoofdwegen die bepalen dat het aantal rechtstreekse aansluitingen op de hoofdwegen beperkt moet worden, zijn opgenomen in de gewenste ruimtelijke structuur van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Dit is het indicatieve gedeelte en dus richtinggevend voor de overheid. Van dit toetsingskader kan de Vlaamse regering alleen afwijken met een gemotiveerde beslissing. Verder is het ook zo dat infrastructuurwerken waarvoor (nog altijd) reservatiestroken voorzien zijn op de gewestplannen uitgevoerd kunnen worden indien men hiervoor opteert. Dit is ondermeer het geval voor een mogelijke verkeerswisselaar ter hoogte van de Smalle Weg. Ook kunnen bestaande verkeerswisselaars zonder probleem aangepast worden of afgesloten worden. Op het vlak van het aantal aantakkingen op de A12 moeten er mijns inziens dat ook geen problemen verwacht worden. Infrastructuren die vanuit het oogpunt ruimtelijke ordening wel nog niet aangelegd kunnen worden en waarvoor voorafgaandelijk eerst nog ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt worden zijn sommige mogelijke nieuwe omleidings- of verbindingswegen (bijv. omleidingsweg rond Stabroek)