1999 - 2004

Vragen voor minister van Mobiliteit, Openbare werken en Energie, Stevaert

24 March 2000

Schriftelijke Vraag over de herstelling aan de Netebrug in Walem

Vraag

In antwoord op mijn vraag om uitleg naar aanleiding van de schade toegebracht aan de Netebrug in Walem en de gevolgen voor de uitzonderlijke transporten, antwoordde de minister vice-president op 23 december 1999 onder andere het volgende:

"De herstellingen zullen vrijwel zeker verregaand zijn: afbraak en heropbouw zijn niet uit te sluiten ...
Op 15 december heeft de afdeling Betonstructuren van de administratie Ondersteunende studies en Opdrachten een bijzondere inspectie uitgevoerd om de definitieve schade en de nodige herstellingswerken vast te stellen. De afdeling Antwerpen van de administratie Wegen en Verkeer is zich terdege bewust van de impact op economisch vlak en op de verkeersleefbaarheid van de alternatieve route. Men zoekt uit hoe men het snelst de schade kan herstellen. Dat gebeurt in samenspraak met de afdeling Juridische Dienstverlening, gezien de aansprakelijkheid van derden en de omvang van de kosten. Het gaat om een uitzonderlijk hoog bedrag".
(Handelingen C46 van 23 december 1999,
blz. 18-19 - red.)

Op 24 december 1999 heeft de afdeling Beton-structuren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gemeld dat de bewuste brug opnieuw mag worden gebruikt voor de doorgang van zware konvooien.

1. Gaat het hier om een definitieve maatregel of slechts om een voorlopige? De minister vice-president sloot in zijn antwoord afbraak en heropbouw niet uit.
Wordt dit nu toch uitgesloten?
Zo neen, voor wanneer wordt het definitieve herstel van de schade gepland?

2. Sinds het voorjaar van 1999 werd geen zwaar verkeer meer toegelaten op de brug.
Op 24 december 1999 werd dit toch weer mogelijk.
Welke maatregelen werden genomen om dit weer mogelijk te maken?
Waarom heeft men meer dan zes maanden op deze maatregelen moeten wachten?

Antwoord

1. Naar aanleiding van het overschrijden van de brug in de N1 over de Beneden-Nete in Walem door een konvooi van 184 ton zonder toelating, werd een inspectie uitgevoerd aan de brug met het varend ponton "Ilse" door de afdeling Wegen Antwerpen en werd een verslag bezorgd aan de afdeling Betonstructuren. Op 8 november 1999 werd naar aanleiding van dit verslag de doorgang van zware konvooien over de brug verboden.
Op basis van de vaststellingen van de afdeling Wegen was een bijkomend onderzoek nodig.
Op 15 december 1999 heeft de afdeling Betonstructuren een bijzondere inspectie uitgevoerd.
Uit het onderzoek bleek dat de vastgestelde schade niet structureel was en niet te wijten was aan het konvooi van 184 ton. Daarom is op 15 december 1999 aan de bevoegde diensten vanhet federaal ministerie van Verkeer en Infrastructuur gemeld dat het verbod op de doorgang van zware konvooien werd opgeheven.
Dit is een definitieve maatregel. Afbraak en heropbouw worden niet meer in overweging genomen. Het herstel van de schade is niet dringend en kan gebeuren in het kader van het gewone onderhoud van de bruggen.

2. Zoals gemeld in punt 1 werd het zwaar verkeer verboden vanaf 8 november 1999, en niet sinds het voorjaar 1999. Op 15 december 1999 werd door de afdeling Betonstructuren een bijzondere inspectie uitgevoerd, omdat dit de eerste mogelijkheid was om gebruik te maken van het vaartuig "Ilse" rekening houdende met het programma van Ilse en met de getijen.
Aangezien de schade niet structureel was en geen onmiddellijke herstellingen nodig bleken, is diezelfde dag (15 december 1999) een schrijven gericht aan de bevoegde diensten met de melding dat het verbod werd ingetrokken.