toespraken

23 October 2015

Toespraak tijdens Op het erf! Studiedag voor lokale en provinciale ambtenaren

In onze provincie hadden we in 2014 in onze provincie ongeveer 3.600 land- en tuinbouwbedrijven. Dit is 20% minder dan 5 jaar geleden en tegenover 15 jaar geleden is dit aantal bijna gehalveerd.

Tegelijkertijd zien we dat gemiddeld de oppervlakte en het aantal dieren per bedrijf stijgt. In de provincie Antwerpen is de land- en tuinbouw sterk gespecialiseerd in vergelijking met andere provincies.

Minder landbouwers dus maar grotere bedrijven.

Dit leidt tot een aantal uitdagingen en knelpunten voor de land- en tuinbouwsector waar we als provincie willen op inspelen.

We doen dit binnen de bevoegdheden die Vlaanderen in het kader van de interne staatshervorming heeft toegewezen aan de provincies, wetende dat het landbouwbeleid vooral een Europese materie is. Maar daar zal Jacques van Outryve ons meer over vertellen.
Als provincie Antwerpen willen we duurzame landbouw ontwikkelen en stimuleren als drager van een innoverende economische speerpuntsector, met name het agrocomplex. Het agrocomplex is het geheel van land- en tuinbouwbedrijven én haar toeleveranciers en afnemers en omvat bijna één vijfde van alle bedrijven en zelfstandigen in onze provincie.
Het landbouwbeleid van de provincie Antwerpen wil dit op 3 manieren realiseren:

• Kennis en expertise binnen de landbouwsector verhogen om via ondernemerschap en innovatie de transitie naar een duurzaam agrocomplex te stimuleren.

Gespecialiseerde bedrijven hebben nood aan kennis en expertise.
We willen een voortrekkersrol spelen bij het praktijkgericht onderzoek, de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe, relevante technieken en producten. Als provincie richten we zelf praktijkonderzoek in binnen Hooibeekhoeve (melkveehouderij en voedergewassen) en Proefbedrijf Pluimveehouderij (pluimveehouderij) en investeren in moderne onderzoeksinfrastructuur.

We ondersteunen via subsidies ook de praktijkcentra voor de groenteteelt (Proefstation voor de Groenteteelt vzw en Proefcentrum Hoogstraten vzw) en voor de voedergewassen (LCV vzw).

We zetten ook in op het stimuleren van kennisuitwisseling en samenwerking met en tussen land- en tuinbouwers en agrocomplexbedrijven, maar ook tussen onderzoeksinstellingen en (hoger) onderwijs.

Via het inrichten van land- en tuinbouwopleidingen binnen het secundair onderwijs (PTS Mechelen en PITO Stabroek) zetten we als provincie in op de vorming van de toekomstige bedrijfsleiders.

• Ontwikkelruimte voor duurzame landbouw als drager van een innoverend agrocomplex vrijwaren en verbeteren door het toepassen van zuinig ruimtegebruik.

Als provincie is het van belang om een visie op de gewenste landbouwstructuur in onze provincie uit te werken die toekomst biedt voor de aanwezige land- en tuinbouw en rekening houdt met de ruimtelijke transformaties die aan de gang zijn. Dit omvat zowel de transformaties binnen de landbouw als de transformaties van het agrarisch gebied ten gevolge van wijzigend gebruik zoals zonevreemde economische bedrijvigheid of verpaarding. Deze visie op de landbouwstructuur zal opgenomen worden in de provinciale Nota Ruimte.
Daarnaast zijn er bepaalde specifieke landbouwtakken, waarvoor een algemeen, provinciaal ruimtelijk beleid onvoldoende is. Hierbij denken we in de eerste plaats aan glastuinbouw (grootte van de bedrijven, vestigingsmoeilijkheden) en aan de veeteelt (emissies, grootte van de bedrijven). Voor de glastuinbouwsector werken we reeds jaren aan een ruimtelijk ondersteunend beleid.

Via advisering van ruimtelijke planningsprocessen en vergunningsaanvragen binnen het agrarisch gebied willen we zoveel mogelijk de impact op landbouw beperken en strategische landbouwgebieden vrijwaren.

De landbouwkaarten, als beleidsinstrument, geven een beeld van het grondgebruik binnen het agrarisch gebied tot op perceelniveau. Degelijk kaartmateriaal is noodzakelijk om aan goed onderbouwd beleid te doen.

• Duurzame landbouw promoten om het maatschappelijk draagvlak voor een innoverend agrocomplex te verhogen.

Steeds minder landbouwbedrijven betekent dat steeds minder mensen rechtstreeks of onrechtstreeks in contact komen met land- en tuinbouwers. Kinderen uit de stad weten soms niet meer vanwaar de melk komt en ook op het platteland zijn burgers vervreemd geraakt van land- en tuinbouw. Het gevolg is groeiend onbegrip en onverdraagzaamheid tegenover de normale agrarische bedrijfsvoering.

Om het maatschappelijk draagvlak te verhogen zetten we in op landbouweducatie vanuit Hooibeekhoeve gericht op scholen en verenigingen.

Via ons hoeve- en streekproductenbeleid ‘Lekkers met Streken’ wil de provincie Antwerpen consumenten in contact brengen met lokale hoeveproducten en hun producenten. De afstand tussen boer en burger verkleint ten voordele van een positief imago en toegenomen maatschappelijk draagvlak.

Ook een dag als deze draagt bij tot meer inzicht in de land- en tuinbouw bij onze lokale en provinciale ambtenaren.
Hooibeekhoeve onderneemt ook acties naar landbouwers. Via de opmaak van erfbeplantingsplannen helpen we landbouwers om rondom hun landbouwbedrijf aantrekkelijke en functionele groenaanplantingen te realiseren.

Kort samengevat:
In ons provinciaal land- en tuinbouwbeleid willen we inzetten op
- kennis en expertise bij de landbouwers
- ruimte voor landbouw en
- maatschappelijk draagvlak.

Om dit alles te realiseren steunen we op de adviezen van de Provinciale Landbouwkamer waarin de volledige landbouwsector van onze provincie vertegenwoordigd is.