In de pers

19 June 2018

Gazet van Antwerpen: 13% minder winkels in tien jaar tijd

In tien jaar tijd is het aantal winkels in de provincie Antwerpen met 13% afgenomen. Tegelijk worden winkels gemiddeld steeds groter. “Grote steden zullen almaar populairder worden, de kleinere steden moeten zich specialiseren”, zegt retailexpert Jorg Snoeck.

Al voor de vijfde keer publiceren de provincies cijfers over de middenstand in de zogenaamde Feitenfiches. Daaruit blijkt dat het aantal winkels in Antwerpen is in tien jaar tijd opvallend afgenomen. Waren er in 2008 nog 14.395 winkels, dan zijn het er in 2018 nog maar 12.501. De totale oppervlakte bleef de afgelopen jaren daarentegen stabiel, wat erop neerkomt dat de winkels gemiddeld groter zijn geworden, deels door een toename van grote baanwinkels.

Retailexpert Jorg Snoeck verwacht nog een aantal opvallende veranderingen. “Meer en meer mensen willen in de stad wonen. De winkel in de stad wordt populairder en steden als Antwerpen zullen zich daaraan moeten aanpassen. We moeten niet iedereen naar de Meir krijgen, maar de stad opdelen in kwartieren, met specialiteiten. Zo wordt de stad meer een ‘Ikea-beleving’.”

Kleinere steden zoals Lier en Turnhout zullen het moeilijker krijgen. “De marges van de retailers worden daar te klein. De steden zullen hun kern moeten verkleinen en kiezen voor een uniek aanbod, bijvoorbeeld met start-ups, om het verschil te kunnen blijven maken”, zegt Snoeck.

Baanwinkels onder druk

Alle handelspanden in de provincie Antwerpen nemen samen zo’n 3,6 vierkante kilometer in, een oppervlakte die de afgelopen jaren vrij stabiel is gebleven. Door het mindere aantal winkels worden ze dus wel groter. De baanwinkels hebben daar mee voor gezorgd, al zijn zij er niet per se voor altijd. “Het zal afhangen van de soort. Kopen op het internet zet bijvoorbeeld elektrowinkels onder druk. Met service kan je het verschil nog maken. Modewinkels zullen het moeilijker krijgen. De grootste kans is er nog voor familieshopping. Brantano, bijvoorbeeld, heeft de wind in de zeilen. Je vindt er een breed assortiment, zowel voor de kinderen als voor jezelf.”

Vanuit de provincie wordt er gewerkt om de groei van de baanwinkels beter te regelen. “We zijn niet tegen baanwinkels”, benadrukt gedeputeerde van Economie Ludwig Caluwé (CD&V). “Maar we moeten de verrommeling tegengaan en de ruimte beter benutten, om een goed evenwicht vinden tussen detailhandel in de kernen en langs de steenwegen.”

Antwerpen kan nog beter doen

Een ander opvallend cijfer in de Feitenfiches is dat van de ‘voltijdse klanten’. Dat zijn klanten die een volledig jaarbudget in een bepaalde regio besteden. Zo krijgen Antwerpse winkels die onder meer groenten, brood, fruit en vlees verkopen, zo’ n 1,8 miljoen ‘voltijdse klanten’ over de vloer. Voor goederen als ovens of koelkasten gaat het om 1,9 miljoen. De provincie loopt daarmee in Vlaanderen voorop.

Uiteraard speelt het aantal inwoners een grote rol, maar ook de invloed van de stad Antwerpen mag niet worden onderschat, door diens internationale aantrekkingskracht voor bijvoorbeeld Nederlandse shoppers.

Volgens Snoeck is de Scheldestad niet slecht bezig, maar kan het beter. “Als je de claim van Antwerpen als dé shoppingstad van de Benelux wil waarmaken, moet je ook open zijn. Antwerpen doet het met de koopzondagen niet slecht en koppelt ze bijvoorbeeld ook aan evenementen die toeristen aantrekken, maar de stad moet doorduwen.”

Christoph Meeussen