1999 - 2004

3 October 2002

Tussenkomst tijdens een vraag om uitleg over de dioxinevervuiling door Indaver

Vraag om uitleg van de heer Johan Malcorps tot mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw,

De heer Johan Malcorps : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, op 14 augustus sloot het afvalverwerkend bedrijf Indaver in de Antwerpse haven één van haar afvalverbrandingsovens omdat er een veel te hoge dioxine-uitstoot werd gemeten.

Metingen van 24 juli wezen op een dioxineconcentratie in de rookgassen van maar liefst 28 nanogram per kubieke meter, wat 280 keer boven de norm van 0,1 nanogram ligt. Op 14 augustus zou dan weer 140 nanogram gemeten zijn, of een waarde 1.400 keer boven de toegelaten waarde.Volgens Indaver werd tussen 6 juli en 14 augustus door deze installatie 0,6 gram dioxines uitgestoten, 50 keer meer dan is toegelaten. De milieu-inspectie heeft proces-verbaal opgemaakt en heeft een verklaring gevraagd van Indaver voor dit falen. Een deskundige van de VITO onderzoekt de zaak.

Mevrouw de minister, kunt u meedelen hoe groot de reële dioxine-vervuiling is volgens uw diensten, hoeveel dioxine werd uitgestoten en gedurende welke periode ? Kunt u de metingen geven van de voorbije jaren voor de installaties op Rechteroever, maar ook voor de installaties van Indaver te Beveren ? Was de uitstoot van juli en augustus 2002 inderdaad uitzonderlijk of overschrijdt Indaver al langer de dioxinenormen ?

Hoe zit het met andere emissienormen ? Naar aanleiding van dit incident worden we immers weer wantrouwig, en daarom had ik graag een milieubilan gekregen. In Berendrecht wordt ook al lang geklaagd over roetneerslag die wordt toegeschreven aan Indaver. Werd dit ooit onderzocht, en klopt het ? Zo ja, wat wordt eraan gedaan ?

De gemeente Stabroek maakt zich eveneens grote zorgen over de vervuiling in haar woonwijken. De bevolking werd opgeroepen groenten uit de eigen tuin voor consumptie grondig te wassen. Ook in Berendrecht en Zandvliet maken de mensen zich zorgen. Kunt u meedelen of er al onderzoek is verricht naar de eventuele depositie van dioxines door dit incident in de omgeving, en meer bepaald in woonwijken in Stabroek ?

Met groenten en koemelk zouden er volgens metingen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen geen problemen zijn, hoewel toch verhoogde dioxinewaarden werden gevonden in het stof op het loof van wortelen en uien. Er kon echter niet worden gesproken over een normoverschrijding, aangezien daar geen norm voor bestaat. Als er hoge deposities worden gevonden, welke voorzorgs- en eventueel saneringsmaatregelen zullen dan worden genomen ?

Er is ook heel wat te doen geweest over dioxines in de Stabroekse scharreleieren, die naar aanleiding van dit incident werden onderzocht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Mevrouw de minister, voor dit probleem wil ik uw bijzondere aandacht vragen. In de onderzochte eieren bedroeg het dioxinegehalte bijna het dubbele van wat maximaal is toegestaan : 9,19 picogram per gram vet in plaats van 5 picogram. Nadien werden ook nog PCB's in de eieren ontdekt. Ironisch genoeg gaat het om eieren van zogenaamde GFT-kippen, die het afvalprobleem mee moeten helpen oplossen. Nu worden ze zelf gevaarlijk afval.

Het voedselagentschap is ervan overtuigd dat de dioxinevervuiling afkomstig is van één enkele bron, die echter moeilijk kan worden gelokaliseerd. Is de Indaver-oven gezien het recente incident een verdachte bron ? Wordt dat onderzocht ? Wordt er gezocht naar andere bestaande of historische bronnen ? Natuurpunt Vlaanderen verwees bijvoorbeeld naar de bestaande vervuiling van de haven, de vroegere historische vervuiling van een huisvuilverbrandingsoven in Stabroek en van de stortplaats De Hooge Maey in de buurt.

Misschien nog zorgwekkender is dat het Voedselagentschap meldde dat bij vergelijkingen van scharreleieren uit Stabroek met scharreleieren van tuinkippen in het landelijke Assenede, ook de kippen van Assenede eieren met te veel dioxines bleken te Merckx-Van Goey leggen. Zitten we dan niet met een algemeen probleem van achtergrondvervuiling ? Het is toch niet normaal dat scharreleieren, die eigenlijk beter zouden moeten zijn voor de gezondheid, verhoogde waarden bevatten van dioxines en PCB's, niet alleen vlakbij vervuilde lokaties, maar ook in meer landelijke gebieden zoals Assenede. Er is dus een probleem voor heel Vlaanderen. Uiteraard is het ook een federaal probleem, en ik zal dus ook de vraag stellen aan federaal minister van Volksgezondheid Tavernier. In elk geval moeten we het ook op Vlaams niveau bekijken.

Welke actie zal nu worden ondernomen om de werking van de Indaver-installatie te saneren ? Onder welke voorwaarden mag er al dan niet verder afval worden verbrand ?

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de nieuwe oven werd opgestart op 5 juli. Een eerste meting werd echter pas uitgevoerd op 24 juli. Zou een instelling die grotendeels in overheidshanden is, niet standaard onmiddellijk metingen moeten doen ? Dan had de eerste meting niet op 24 maar op 6 juli plaatsgevonden.

We komen nu tot de absurde situatie dat de eieren uit legbatterijen geen problemen geven, maar de scharreleieren wel. Nadat er eerst wat paniek over ontstond, werd gezegd dat dit probleem zich eigenlijk voordoet bij bijna alle scharreleieren in heel Vlaanderen. Klopt het echter dat als de scharreleieren niet in Vlaanderen worden geproduceerd maar in Frankrijk, er geen probleem zou zijn omdat ze daar nog onder de norm zouden zitten ? De norm in Frankrijk zou immers viermaal zo hoog liggen. Kunt u dat verduidelijken ?

Mevrouw Marleen Van den Eynde : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik had deze vraag al eerder willen stellen, maar door het reces was ik genoodzaakt ze schriftelijk in te dienen.

Toen ik het nieuws vernam van de te hoge dioxineuitstoot van de Indaver-oven, viel ik zowat achterover. Het negatieve imago dat huisvuilverbrandingsinstallaties nu al hebben in Vlaanderen, zal door dit voorval zeker niet verdwijnen, integendeel, het wordt erdoor bevestigd. De buurtbewoners zullen nu helemaal argwanend naar die installaties kijken. Ik vraag me af hoe we die situatie kunnen rechttrekken. Uit de uiteenzettingen van de heren Caluwé en Malcorps blijkt ook dat er heel veel onduidelijkheid bestaat in deze zaak. In de berichtgeving was er eerst sprake van 120 keer te hoog, dan 280, dan 140 tot 1400.

Mevrouw de minister, hoe lang werden de normen reeds overschreden ? Waarom werd dit zo laat vastgesteld ? Wordt dit misschien niet continu gemeten, maar periodiek ? Op welke manier werden de buurtbewoners geïnformeerd over het gevaar van de dioxine en de veiligheid met betrekking tot het voedsel ? Het is toch duidelijk dat niet alleen de groenten, maar ook de eieren risico lopen.

Wordt gedacht aan een schadevergoeding voor de buurtbewoners ? Zij hebben misschien al lange tijd besmet voedsel ingenomen alvorens ze op de hoogte werden gebracht van het probleem. Worden deze mensen medisch opgevolgd ? Kunnen ze ergens terecht met klachten ? Er is heel veel ongerustheid bij de mensen, en er moet dringend duidelijkheid worden gecreëerd.

Op welke manier zullen er nieuwe veiligheidsmaatregelen genomen worden om zulke ongevallen in de toekomst te vermijden ? De huidige maatregelen blijken immers niet te volstaan.

Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, geachte leden, algemeen wil ik eerst stellen dat hoe beter de controles zijn en hoe strenger de normen, hoe zichtbaarder het moment wordt waarop een fout wordt gemaakt. Gelukkig zijn we de besten in West-Europa op het vlak van controles van afvalverbrandingsinstallaties. Dat zorgt natuurlijk voor incidenten en het is goed dat er dan streng wordt opgetreden.

De statische oven van Indaver op Rechteroever werd tussen 5 juni en 5 juli 2002 grondig gereviseerd, met een aanpassing van een brander. Op 24 juli 2002 werd bij emissiemetingen door Indaver zelf een concentratie van 28 nanogram in de rookgassen van deze oven gemeten. Op 14 augustus 2002 werd bij nieuwe emissiemetingen een concentratie van 130 nanogram gemeten. Sinds die dag is de oven door het bedrijf stilgelegd.

Bij de laatste meting voor 5 juli 2002, met name op 22 april 2002, bedroeg de dioxineconcentratie 0,031 nanogram, volledig onder de norm dus. Indaver meldde dat de statische oven tussen 5 juli en het moment van stillegging op 14 augustus 2002, ongeveer 800 uren in werking was, met een bepaald rookgasdebiet. Bij gebrek aan een continue meting van de uitstoot aan dioxines en furanen, kan van de totale uitstoot tijdens deze periode enkel een raming worden gemaakt. Men gaat uit van een gemiddelde van 79 nanogram. Het zou mogelijk zijn dat in de genoemde periode een totale massa van 506 milligram TEQ werd uitgestoten door de statische oven. Dit is veel in verhouding tot de normale uitstoot.

Mijnheer Malcorps, u vroeg naar de andere metingen in de loop van de voorbije periode van 2000 tot nu. Ik heb hierover een hele reeks cijfers. Ik zal u deze gegevens ter beschikking stellen. Bij draaitrommeloven 1, draaitrommeloven 2 en de statische oven werden telkens gegevens gevonden die lager zijn dan wat meetbaar is. De oven van Indaver werkt op het eerste zicht zeer goed en men gaat er prat op dat het een model is, maar blijkbaar ging er toch iets mis.

De metingen bij Indaver in juli en augustus 2002 moeten als zeer uitzonderlijk en accidenteel worden beschouwd. Dit is belangrijk voor de bevolking. Sinds begin 2000 lag slechts één meetwaarde van de dioxine-emissiemeting bij de drie ovens beduidend hoger dan 0,1 nanogram TEQ/Nm3, namelijk 0,73 nanogram TEQ/Nm3 in september 2000 bij draaitrommeloven 2. Drie metingen in oktober 2000 bevestigden opnieuw de goede werking van de oven en de filterinstallatie. Algemeen gezegd waren er op het eerste zicht geen problemen meer. Ik zal u de gegevens ter beschikking stellen.

Inzake de vermelde roetneerslag in Berendrecht zijn er geen gegevens bekend bij de afdeling Milieu- inspectie. Misschien moet dit eens samen met de lokale overheden worden bekeken. Ik kan u hier niets meer over zeggen.

Op vraag en aanwijzing van de afdeling Milieu-inspectie nam het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV)in augustus 2002 groente- en melkmonsters in Stabroek voor analyse op dioxines.Voor de vier groentemonsters waren alle analyseresultaten gunstig.Voor groenten zijn er geen officiële dioxinenormen, gezien groenten geen dioxines opnemen daar dat vetoplosbare verbindingen zijn. Alle waarden lagen lager dan de actiedrempel van 0,4 nanogram die door de Wereldgezondheidsorganisatie naar voren wordt geschoven en die is opgenomen in de Europese aanbeveling 2002/201/EG van 4 maart 2002. Als voorzorgsmaatregel werd wel aangeraden om bladgroenten grondig te wassen voor consumptie, ten einde de stofdeeltjes die dioxines kunnen bevatten weg te wassen. Voor de twee melkmonsters die werden genomen bij bedrijven ten noordoosten van Indaver, lagen de analyseresultaten beneden de norm die door de Wereldgezondheidsorganisatie wordt vooropgesteld.

Begin september 2002 nam het FAVV ook nog stalen van eieren van scharrelkippen op 3 plaatsen in Stabroek. De dioxineconcentratie in deze stalen lag tussen 9 en 11,5 picogram TEQ per gram vet, wat hoger is dan de norm van 5 picogram TEQ per gram vet. De norm is dus overschreden en moet worden onderzocht, maar deze overschrijdingen moeten niet leiden tot paniekreacties. Tijdens de dioxinecrisis waren er veel hogere overschrijdingen.

Zowel de Milieu-inspectie als het FAVV zeggen dat het momenteel nog onduidelijk is of er een oorzakelijk verband is met de verhoogde emissie van Indaver in de zomer van 2002. Dit wordt nog onderzocht. Persoonlijk denk ik dat de achtergrondvervuiling een rol kan hebben gespeeld.We leven nu eenmaal in een omgeving waar er veel achtergrondvervuiling is. Niettegenstaande werden gisteren gegevens bekendgemaakt van de VMM waaruit blijkt dat de algemene kwaliteit op het vlak van dioxines opnieuw sterk is verbeterd.We hebben zeer strenge normen, en dan wordt het steeds moeilijker te achterhalen waar de eventuele vervuiling vandaan komt.

De statische oven van Indaver ligt momenteel stil. Zoals werd aangemaand door de afdeling Milieuinspectie zal er geen heropstart gebeuren vooraleer de nodige maatregelen zijn getroffen om de uitstoot van dioxines en furanen blijvend te beperken tot minder dan de norm van 0,1 nanogram.

Hiervoor wordt een stappenplan gevolgd dat werd opgelegd door de Milieu-inspectie. Dat bestaat uit volgende onderdelen. Men voert eerst een onderzoek uit naar oorzaken en remediëring, in samenwerking met een erkende deskundige in de discipline lucht. Dan wordt een verslag opgemaakt door de erkende deskundige over het gevoerde onderzoek dat wordt bezorgd aan de afdeling Milieu-inspectie, met alle nodige milieutechnische maatregelen die genomen zijn om de verbrandingsinstallatie dermate te wijzigen dat de voorgeschreven emissiegrenswaarden voortdurend worden nageleefd.

Er komt dan een beoordeling van dit verslag door de afdeling Milieu-inspectie, die op basis hiervan Vlaams Parlement - Commissievergadering - Nr. 8 - 3 oktober 2002 Dua -20- en van een controle van de genomen maatregelen zal oordelen of deze maatregelen als afdoende worden aanvaard.

Indien de afdeling Milieu-inspectie de maatregelen toereikend acht, zal op verzoek van de exploitant de toelating gegeven worden om de verbrandingsinstallatie tijdelijk, met name voor een periode van maximum tien kalenderdagen, op te starten. Tijdens deze periode zal gedurende drie opeenvolgende dagen een meting van dioxines en furanen uitgevoerd worden om na te gaan of een definitieve heropstart kan worden doorgevoerd. Indien de afdeling Milieu-inspectie de genomen maatregelen als onvoldoende beschouwt, moeten aanvullende maatregelen worden genomen. Deze zeer strenge procedure wordt gevolgd.We moeten afwachten wat het antwoord zal zijn van Indaver en van de deskundigen op de problemen die zich hebben voorgedaan.