1999 - 2003

Vragen voor de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Frank Vandenbroucke

30 March 2000

Vraag om uitleg over het sociaal statuut van de lokale verkozenen

Vraag

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - In de 589 gemeenten van ons land helpen duizenden mandatarissen - burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters en raadsleden - mee gestalte geven aan de lokale democratie. Sedert jaren helpen zij onze gemeenten en OCMW's met veel inzet en deskundigheid besturen.
Hun engagement werd niet altijd beloond, maar dankzij de eensgezindheid in de parlementaire werkgroep-Langendries kon, over de taal- en partijgrenzen heen, het statuut van de lokale mandataris sterk verbeterd worden. Dat akkoord heeft uiteindelijk geresulteerd in de nieuwe wetgeving van 4 mei 1999.
Een belangrijke verworvenheid van de nieuwe wetgeving is dat mandatarissen die niet krachtens een ander sociaal of beroepsstatuut beschermd zijn, voor de sociale zekerheid worden beschouwd als contractuele werknemers van de gemeente.
Omdat deze problematiek vandaag reeds belangrijke sociale problemen opwerpt, werd door de wetgever beslist dat de Koning deze bepaling sneller, en ook retroactief, in werking kan laten treden dan de andere bepalingen van het nieuwe statuut.
Hoever staat de administratie van de minister met de uitwerking van deze bepalingen? Zal hij deze bepalingen sneller en retroactief in werking laten treden?
Meteen wil ik hem ook opmerkzaam maken op de problematiek van de gepensioneerde mandatarissen die, wanneer ze niet op een andere wijze een sociaal zekerheidsstatuut verkregen hebben, voor de ziekteverzekering in de categorie van de niet-beschermde personen vallen, wat hoge bijdragen met zich brengt. Meestal gaat het over huisvrouwen die in de jaren zeventig, ten tijde van de eerste politieke emancipatiegolf, in de politiek zijn gestapt, gedurende een aantal jaren een mandaat van schepen of van burgemeester hebben uitgeoefend en nu of een paar jaar geleden met pensioen zijn gegaan. Overweegt de minister om het sociaal statuut van de gepensioneerde mandatarissen waarvan het pensioen enkel gebaseerd is op de inkomsten uit hun politiek mandaat, toch te verbeteren? Dit is immers een lacune die in de wetgeving is blijven bestaan en die des te scherper wordt nu de pensioenen van de vroegere mandatarissen niet aangepast worden aan de verhoogde wedden van de mandatarissen die hun mandaat na 1 januari 2001 zullen opnemen.

Antwoord

De heer Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Pensioenen. - Ik kan de heer Caluwé meedelen dat een besluit dat de tenuitvoerlegging regelt van artikel 5 van de wet van 4 mei 1999, waarnaar hij verwijst, momenteel ter studie ligt op mijn kabinet.
Door dit besluit zullen de lokale verkozenen voor geneeskundige verzorging op dezelfde manier verzekerd zijn als de werknemers.
Ik vestig er de aandacht op dat de inwerkingtreding van artikel 5 zelf, dat een bepaling uit de gemeentewet wijzigt, moet worden vastgesteld door mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken, met wie ik daarnet nog deze kwestie heb besproken.
Samen met de problematiek van het sociaal statuut in uitvoering van artikel 5, wordt ook onderzocht welke oplossing kan worden gegeven aan het probleem van het sociaal statuut van de gepensioneerde mandatarissen. Dit probleem doet zich in principe niet voor, voor gepensioneerde mandatarissen die reeds op een andere wijze de hoedanigheid van gepensioneerde gerechtigde in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging hebben. De heer Caluwé heeft er echter op gewezen dat er ook mandatarissen zijn voor wie deze problematiek erg belangrijk is. Zoals ik reeds heb gezegd, is mijn kabinet volop bezig die kwestie te onderzoeken.

Repliek

De heer Ludwig Caluwé (CVP). - Ik dank de minister voor zijn positief antwoord op het eerste deel van mijn vraag. Ik hoop dat hij het tweede probleem met even grote welwillendheid zal onderzoeken en tot een oplossing brengen. Het gaat hier inderdaad om een beperkte groep van mensen, maar ze hebben zich wel gedurende jaren voor de samenleving hebben ingezet, zonder daar een echt noemenswaardige vergoeding voor te hebben ontvangen.
- Het incident is gesloten.