1999 - 2003

Vragen voor Minister van Binnenlandse Zaken, Antoine Duquesne

9 May 2000

Schriftelijke Vraag over het gebruik van publiciteitsborden te Sint-Joost-ten-Node bij de gemeenteraadsverkiezingen.

Vraag

Naar aanleiding van de verkiezingen van 13 juni 1999 besliste het schepencollege van de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node om door de gemeente gehuurde publiciteitsborden gratis ter beschikking te stellen van de partijen.

Daarbij werd echter beslist dat enkel de partijen vertegenwoordigd in het schepencollege op deze, met belastinggeld betaalde, borden mochten aanplakken. Dit lijkt een manifeste discriminatie ten opzichte van de andere partijen die op 13 juni 1999 opkwamen bij de federale, regionale en Europese verkiezingen.

Graag wil ik de geachte minister, bevoegd voor de organisatie van verkiezingen, daarom het volgende vragen :

Heeft hij weet van bovenvermelde of soortgelijke beslissingen ?
Hoe reageerden de voogdijoverheden hierop ?
Mag een schepencollege of een gemeenteraad dergelijke of gelijkaardige beslissingen nemen voor de gemeenteraadsverkiezingen of andere verkiezingen ?

Antwoord

Het geachte lid vindt hierna het antwoord op de gestelde vragen.

1. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord.

2. Het administratief toezicht over de gemeenten behoort, uit hoofde van artikel 7, eerste lid, a), van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 19 maart 1999, tot de bevoegdheid van de gewesten. Voor de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, behoort dit toezicht tot de bevoegdheid van de regering van het Brusselses Hoofdstedelijke Gewest (samenlezing van artikel 7, eerste lid, a), van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 en artikel 4 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993). Bijgevolg dient deze vraag te worden gesteld aan de minister van deze regering die bevoegd is voor het administratief toezicht.

3. Deze vraag moet eveneens ontkennend worden beantwoord. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van een gemeente om bij reglement te verordenen dat de aanplakborden die het heeft gehuurd gratis ter beschikking worden gesteld van de politieke partijen, doch dat het alleen aan die partijen, die in het schepencollege vertegenwoordigd zijn, toegelaten zal zijn om die borden te gebruiken, dan wanneer zij « betaald zijn met het geld van de belastingbetaler », lijkt mij onverenigbaar te zijn met de beginselen van de gelijkheid en niet-discriminatie, bekrachtigd door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : alle politieke partijen die zich voordragen aan de stemmen van de kiezers moeten naar mijn mening in de mogelijkheid zijn om de aanplakborden te gebruiken die door de gemeente worden geplaatst of gehuurd met het oog op de verkiezingen.