1999 - 2003

Vragen voor de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Frank Vandenbroucke

9 April 2001

Schriftelijke Vraag over de terugbetalingsmodaliteiten bij dringende medische hulpverlening in de grensstreek

Vraag

Essen wordt voor dringende medische hulp bediend door het St. Franciscusziekenhuis van Roosendaal (Nederland). Dit ziekenhuis is sinds 93 door België erkend als het meest dichtbij gelegen ziekenhuis en deze samenwerking loopt sindsdien uitstekend. Waarschijnlijk heeft deze regeling reeds een aantal mensenlevens kunnen redden. (de gemiddelde aanrijtijd is 7 min. 48 sec., terwijl de Belgische ziekenhuizen op meer dan 20 minuten gelegen zijn)

Bij de uitvoering van het samenwerkingsproject zijn er echter problemen gerezen m.b.t. de terugbetaling, door de Belgische Ziekenfondsen, van de ambulance vervoerkosten, in het geval een Nederlandse Ziekenwagen een slachtoffer op Belgisch grondgebied overbrengt naar het Nederlandse Sint-Franciscus Ziekenhuis.

In een brief d.d. 5 oktober 1992 verklaarde het Intermutualistisch College Antwerpen, dat, ingevolge de Europese Verordening 1408/71, de kosten van ziekenvervoer in dat geval zouden worden getarifieerd en terugbetaald overeenkomstig de Nederlandse reglementering terzake. Mede op basis van deze verklaring kon het samenwerkingsproject vanaf september 1993 worden aangevat.

Evenwel blijken genoemde Nederlandse kosten terugbetaalbaar overeenkomstig de lagere Belgische tarieven voor het ziekenvervoer, waardoor in hoofde van de patiënt een meerkost ontstaat, welke tot op heden de gemeente Essen voor haar rekening neemt. Zo kostte dit het voorgaande jaar 2000 aan de gemeente Essen in totaal meer dan 460.000 fr. Het redden van mensenlevens is dit uiteraard waard, maar toch kan de vraag gesteld worden of andere instanties niet eerder in aanmerking komen om dit verschil bij te passen.

Er stellen zich twee reglementaire problemen:

· Het feit dat het ziekenvervoer in Nederland onder de wettelijke ziekteverzekering en in België onder de aanvullende regeling valt, maakt dat het ambulancevervoer door het Nederlandse ziekenfonds niet kan worden verrekend. Er is immers geen Belgische tegenpost.

· De oorzaak van het prijsverschil wordt dan weer gevormd door het feit dat onder het Nederlandse begrip "dringend ziekenvervoer" meer wordt verstaan dan enkel de transportkosten. Het omvat ook een forfait voor de eventueel noodzakelijke dringende medische hulpverlening.

Is de Minister bereid de reglementering derwijze te herzien dat de forfaitprijs voor medische hulpverlening die deel uitmaakt van de kosten van het Nederlandse dringende ziekenvervoer onder de Belgische nomenclatuur zou vallen, zodat op die wijze ook in de praktijk uitvoering gegeven wordt aan de Europese Verordening? Of ziet de minister een andere oplossing voor deze problematiek?

Antwoord

In antwoord op bovenvermelde parlementaire vraag kan ik U het volgende antwoorden.

Het is inderdaad zo dat sedert 1993 er in Essen grensoverschrijdend ambulancevervoer gebeurt. Het is de ambulance van Roosendaal die in Essen de patiënt ophaalt en hem vervoert naar het St.-Franciscusziekenhuis in Roosendaal (Nederland).

Ondertussen is er in Riemst een gelijkaardig project opgestart. Daar worden de patiënten vanuit enkele deelgemeenten van Riemst opgehaald door de ambulancedienst van Maastricht en vervoerd naar het AZM Maastricht (Nederland). Dit voor alle vervoeren in het kader van de wet 07/08/64.

Gezien het ambulancevervoer in Nederland gemiddeld 500 fl. kost en in België 1850 BEF voor de eerste kilometers is er een groot verschil.

In België bestaat een opgelegde eenheidsprijs voor het 100-ambulancevervoer. De toenmalige minister heeft bij het opstarten van het project Essen-Roosendaal bepaald dat er voor de patiënt geen meerprijs mag zijn. Dit is door Minister Aelvoet herhaald bij het opstarten in Riemst. In Nederland zit het ambulancevervoer in de verplichte ziekteverzekering, in België niet; zodat alleen via de aanvullende ziekteverzekering het kan geregeld worden. Daarom past de gemeente bij.

Wat betreft de praktische problemen, kan men stellen dat dit vrij goed loopt. Problemen die zich voordoen stellen zich vooral omwille van het feit dat men elkaars wetgeving onvoldoende kent.

Verder wordt er gewerkt aan een overeenkomst tussen België en Nederland die alle vervoeren in het kader van de wet van 08/07/64 zou regelen, en dit voor de ganse grensstreek.

De verschillende mogelijkheden van samenwerking zouden hierin bekeken worden: Nederland naar België, België naar Nederland, vervoer naar ziekenhuis en transport met ambulance.

In deze overeenkomst zou ook een oplossing aangericht worden voor de juridische knelpunten, namelijk;

- het verschil in opleiding van de ambulanciers
- de handelingen die gesteld worden door Nederlandse verpleegkundige
- de prioritaire signalisatie
- het politionele probleem
- het verschil in wetgeving voor wat betreft vervoer.

Vergaderingen hiervoor worden op Beneluxniveau gevoerd en resultaat wordt op korte termijn verwacht.