1999 - 2003

Vragen voor Minister van Mobiliteit en Vervoer, Isabelle Durant

28 June 2001

Mondelinge Vraag over de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen omtrent het investeringsplan van de NMBS

Vraag

Vorige week heb ik de minister al gevraagd hoe zij dacht te reageren op de resolutie van het Vlaams Parlement met betrekking tot het investeringsplan van de NMBS. De minister kon daarop toen nog niet antwoorden omdat zij nog niet wist of de Vlaamse regering deze resolutie wel zou steunen.
Intussen heeft de Vlaamse regering een positief advies over het investeringsplan uitgebracht. Het is vreemd dat zij het over een positief advies heeft, want de inhoud van het advies is strijdig met het investeringsplan. Minstens de investeringen voor de zeehavens en voor de luchthavens zouden niet mogen worden meegerekend voor de berekening van de 60-40-verdeelsleutel. Wij zullen dat positieve dus maar op rekening schrijven van de Newspeak die zo kenmerkend is voor de federale zowel als de Vlaamse paarsgroene coalitie, die vanwege de goede indruk dikwijls het tegenovergestelde zegt van wat zij denkt.
De Waalse regering vindt de benadering van de Vlaamse regering overigens onaanvaardbaar. De discussie over het investeringsplan was de aanleiding tot een staking vanochtend waarbij een gedeelte van het NMBS-personeel het werk heeft neergelegd. De vakbonden hebben het spoorwegnet de facto opgedeeld. Het regionale element speelt immers in het NMBS-dossier mee, zowel voor de vakbonden als voor het personeel. Ik betreur dat de Waalse vakbonden alle spoorreizigers hebben gegijzeld. Ik wil daarop nu niet verder ingaan.
Kan de minister van mobiliteit haar standpunt vandaag bekendmaken, ook al heeft de federale regering nog geen stelling genomen?
Zal zij rekening houden met het advies van de Vlaamse regering? Zal zij erop aandringen dat het investeringsplan aan de desiderata van de Vlaamse regering wordt aangepast, of is zij van oordeel dat zij dit advies naast zich kan leggen?

Antwoord

In het advies staat weinig over de tracés. Er wordt wel aangedrongen op een versnelling van de uitvoering en de Vlaamse regering suggereert om af te wijken van de 60/40-verdeelsleutel.
Ik deel de bezorgdheid om het plan zo vlug mogelijk uit te voeren. Ik merk echter op dat het steeds opnieuw ter discussie stellen van de akkoorden de snelle uitvoering niet bevordert. De uitbreiding van de capaciteit van de lijnen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië is erg belangrijk. Ik heb dat al voldoende beklemtoond. De federale regering moet nagaan hoe de belangrijkste werken kunnen worden versneld, maar de vraag tot een wijziging van de verdeelsleutel zou het hele akkoord van 30 maart op de helling zetten.
Als federaal minister moet ik ervoor zorgen dat een versnelde uitvoering van de projecten geen nadelen oplevert voor de andere even noodzakelijke projecten.
In het licht van de problemen waar we vandaag mee geconfronteerd worden, moet de regering zo vlug mogelijk een beslissing nemen op basis van het advies van de regio's en binnen de enveloppen waarover die beschikken. Een nieuw akkoord is voor mij onaanvaardbaar. Volgende week moeten we oplossingen vinden voor de problemen rond het investeringsplan. We zullen het advies van de regio's niet naast ons neerleggen, maar het akkoord van 30 maart blijft het uitgangspunt. Ik zal de heer Caluwé hierover volgende week meer kunnen vertellen.

Repliek

Het antwoord dat de vice-eerste minister vandaag geeft, is alleszins duidelijker dan dat van vorige week.
Ik betreur wel de inhoud ervan omdat ik van oordeel ben dat het akkoord van 30 maart geen evenwichtig akkoord is voor de toekomst van de spoorwegen en dat het geen oplossing biedt voor de investeringen die op korte termijn moeten gebeuren. Ik betreurde destijds dat de Vlaamse regering het akkoord bijna onmiddellijk goedkeurde, maar het verheugt mij vandaag dat ze inmiddels ingezien heeft dat dit een onterechte reactie was en dat ze nu op een nieuw akkoord aanstuurt. Ze geven een zogenaamd positief advies, maar uit de inhoud van het advies blijkt dat ze het bestaande akkoord eigenlijk helemaal niet gunstig gezind zijn.
Ik hoop dat de vice-eerste minister haar houding zal wijzigen en dat ze tegemoet zal komen aan de opmerkingen van de Vlaamse regering. Doet ze dat niet, dan zullen de conflicten aanhouden en beslist de Vlaamse regering misschien wel dat ze geen akkoord over de tracés zal sluiten.