1995 - 1999

Vragen voor de Minister van Binnenlandse Zaken, Johan Vande Lanotte

23 January 1997

Mondelinge Vraag over de strijdigheid van de identiteitskaart met de taalwetten in bestuurszaken

Vraag

Mijnheer de voorzitter, op 20 december 1991 velde de Raad van State een arrest dat de akte geldend als nieuwe identiteitskaart, die aan Robert Vandezande, gewezen senator, op 1 december 1989 door de stad Leuven afgegeven werd, vernietigde.

De Raad van State besliste daartoe omdat het vermelden op de identiteitskaart van de heer Vandezande, net zoals op die van alle andere Belgen, van het woord België en het woord identiteitskaart in vier talen, namelijk het Nederlands, het Frans, het Duits en het Engels en het vermelden in het Engels na het Nederlands van de woorden naam, voornamen, nationaliteit, geboortedatum enzovoort, in strijd is met de bepalingen van de taalwet in bestuurszaken.

Omdat de minister de reglementering op de uitreiking van identiteitskaarten niet aan de taalwetgeving heeft aangepast, kreeg de heer Vandezande, ondanks dit arrest, in de voorbije vijf jaar van de stad Leuven geen identiteitskaart conform de taalwet, uitgereikt.

De heer Vandezande stapte opnieuw naar de Raad van State die in een arrest van 6 november 1996 de Belgische Staat de verplichting oplegde om aan de betrokkene een identiteitskaart conform de taalwetgeving, uit te reiken. Indien hieraan niet wordt voldaan moet een dwangsom worden betaald van 10 000 frank per week, ingaande op 2 maart 1997.

Graag vernam ik van de vice-eerste minister op welke wijze hij dit arrest zal uitvoeren en vanaf welk ogenblik hij de reglementering op de bepalingen omtrent identiteitskaarten in overeenstemming zal brengen met de taalwetgeving.

Antwoord

Mijnheer de voorzitter, wij zullen het arrest uitvoeren en de wetgeving aanpassen. Op 31 januari zullen wij een wetsontwerp aan de Ministerraad voorleggen dat het gebruik van verschillende talen op de identiteitskaarten moet regelen. Op die manier wordt de wettelijkheid hersteld en wordt vermeden dat een achttal miljoen Belgen hun identiteitskaart moeten indienen en laten vervangen.

Dit wetsontwerp zal, na bespreking in de Ministerraad, voor spoedadvies naar de Raad van State worden overgezonden in de hoop dat het vóór 1 maart kan worden goedgekeurd. Zo kunnen wij de dwangsom ontwijken, aangezien deze pas ingaat vanaf 1 maart. Als wij vóór die datum de zaak oplossen is er geen probleem.

Repliek

Mijnheer de voorzitter, wij zullen het ontwerp van de vice-eerste minister nader onderzoeken. Een wet op het gebruik van verschillende talen op de identiteitskaarten is één mogelijkheid om het arrest uit te voeren, maar dat arrest geldt onmiddellijk voor de heer Vandezande. Uiteraard kan vandaag elk burger naar de Raad van State stappen om zijn identiteitskaart te doen vernietigen. Enkel de individuele burger kan die stap doen. Het is de plicht van de vice-eerste minister de reglementering met betrekking tot het gebruik van verschillende talen op identiteitskaarten aan de taalwetgeving aan te passen. Die mogelijkheid moet zeker worden onderzocht. Hij kan echter ook, om het arrest uit te voeren, de taalwetgeving zelf aanpassen.