toespraken

8 July 2013

Toespraak openingsmoment BuurtBURTbanken Achterbroek Kalmthout

Dames en heren,
Geachte burgemeester, schepenen, gemeenteraadsleden en leden van de cultuurraad, mensen van Leader, mensen van Cera Foundation, sponsors, inwoners van Achterbroek en leden van de Dorpsraad,

Allereerst moet ik mijn collega-gedeputeerde Peter Bellens verontschuldigen.

Hij is in de deputatie verantwoordelijk voor plattelandsontwikkeling, maar als gedeputeerde voor onder andere landbouw heb ik uiteraard ook voeling met het plattelandsondersteuning en uiteraard vooral als inwoner van buurgemeente Essen interesseert me dit project ten zeerste.

De 'buurtBURTbanken' maken deel uit van het LEADER project ‘Achterbroek, opstandig dorp?’. Van waar toch die titel? Binnen drie dagen zal het vijftig jaar geleden zijn dat Essenaar Fons Tireliren de laatste hand legde aan het prachtige manuscript over de historiek van Achterbroek, “Achterbroek, opstandig dorp”. Voor de gelegenheid heb ik dat de voorbije dagen uit de boekenkast van mijn schoonvader gehaald en er enkele opvallende dingen in gelezen. Achterbroek was eeuwenlang van uitermate belang in de streek.

De postkoets, de band met de wereld, passeerde er richting het noorden en in de toepasselijk genoemde afspanning “In Amsterdamme” verbleven ooit de Koning van Polen en zelfs Napoleon Bonaparte, maar het was eerst diezelfde Napoleon die met de aanleg van de Bredabaan Achterbroek achteruit liet boeren, de aanleg van de Ijzeren Weg langsheen het centrum van Kalmthout zou van Achterbroek helemaal een randgebied maken.

De twee gemeenten Kalmthout en Wuustwezel keken er niet meer naar om en dat zinde de Achterbroekenaren niet. Met een 900 waren ze, verdeeld over Wuustwezel en Kalmthout, en ze hadden enkel een klein kapelletje 15 meter lang en 4 meter breed. Keer op keer vroegen het ene Achterbroekse raadslid in de gemeenteraad van Kalmthout om de oprichting van een kerk en een eigen parochie, en het ene Achterbroekse raadslid in de gemeenteraad van Wuustwezel vroeg tegelijk hetzelfde. Keer op keer werden de voorstellen in Kalmthout en Wuustwezel op één stem na weggestemd. Tot ze raad kregen uit Hoek, toen nog Kalmthout, vandaag Essen.

In 1859, ja we vierden vier jaar geleden het 150 jarig bestaan van de parochie Hoek, waren ze er daar wel in geslaagd. Pastoor Gijsels van Hoek suggereerde om eerst te tonen dat het menens was door zelf al bij de bevolking een begin van kapitaal te verzamelen en vervolgens zich over de hoofden van Kalmthout en Wuustwezel rechtstreeks tot bisdom en ja, ja, bestendige deputatie te richten. Zo gebeurde. Al snel werd er niet minder dan 8000 frank verzameld en kregen bisdom en provincie een verzoekschrift. Ondanks negatieve adviezen van Kalmthout en Wuustwezel, kwam de provinciale landmeter optekeningen maken over hoe zo’n afzonderlijke parochie zou kunnen afgebakend worden. Provincie en bisdom spraken zich vervolgens positief uit, maar opnieuw wezen de gemeenteraad van Kalmthout en Wuustwezel het verzoek af. “Niet getreurd”, zei pastoor Gijsels van Hoek aan de teleurgestelde Achterbroekenaren. “Je hebt de steun van hogerhand. Vraag dan de oprichting van een eigen gemeente Achterbroek.”

En zo geschiedde. Op 3 juli 1863, 150 jaar geleden, stuurden de Achterbroekenaren een verzoekschrift ondertekend met 641 handtekeningen aan de provincie tot oprichting van een eigen gemeente Achterbroek, afgescheiden van Wuustwezel en Kalmthout. Waren de gemeenteraden hierdoor toch wat opgeschrikt. Ik weet het niet, maar het volgende jaar kreeg Achterbroek nog wel geen parochie, maar toch al een school. Dachten de gemeenten hiermee ervan af te zijn, liet de provincie het er niet bij.

Deputé Geelhand schreef in 1866 dat Achterbroek niet alleen recht had op een school, maar ook op een kerk. De provinciale architect werd op pad gestuurd om te kijken of de bestaande kapel kon verbouwd worden, maar zijn besluit was ondubbelzinnig. De kapel was te oud en te klein. Achterbroek telde zulke uitgebreide gelovige bevolking dat enkel een kerk soelaas kon brengen. Aldus werd door de provincie aan de Kalmthout en Wuustwezel medegedeeld. Kalmthout wellicht bevreesd door de dreiging van afscheiding, ging door de knieën en verklaarde bereid te zijn tussen te komen in de bouw van een kerk, als Wuustwezel dat ook zou doen.

Wuustwezel bleef echter halsstarrig weigeren. Deputé Geelhand zag zich genoodzaakt om dan maar zelf naar de gemeenteraad van Wuustwezel te trekken. Na twee uur onderhandelen kon hij burgemeester Hens en de twee raadsleden uit Gooreind aan de kant krijgen van het ene raadslid uit Achterbroek zodat er omwille van één afwezige bij staking van stemmen en de doorslaggevende stem van de burgemeester een positieve beslissing voor de Achterbroekse kerk uit de bus kwam. Men kon beginnen bouwen en in 1873, 140 jaar geleden, was de nieuwe kerk af.

Ondertussen was echter de geest uit de fles. Achterbroek was niet meer enkel tevreden met een school en een kerk. Ze gingen voor een eigen gemeente, maar nu volgde de deputatie niet meer. Het voornaamste bezwaar luidde dat Nieuwmoer dan niet meer zou grenzen aan de moedergemeente Kalmthout. Wat leert ons dit alles? 150 jaar geleden kwam Achterbroek op voor zijn levenskracht als dorp. Achterbroek werkte daarvoor samen als een stevige gemeenschap. Ze verzamelden heel wat middelen en de handtekeningen van alle inwoners en Achterbroek kreeg de steun van hogerhand. Dat is wat nu ook gebeurt.

Met het project “Achterbroek, opstandig dorp.” willen de initiatiefnemers het dorp levenskrachtig houden. Het project bevat acties, zoals deze buurtburtbanken, om er zoveel mogelijk inwoners bij te betrekken en mede dankzij een erg origineel filmpje slaagde de initiatiefnemers om de mensen van Leader, waaronder de provincie, ervan te overtuigen dat het project helemaal in de roos is van de doelstellingen van Leader, namelijk door van onderuit goed samen te werken het platteland leefbaar houden. Proficiat daarvoor.