toespraken

15 May 2013

Toespraak bij de startschop van de grote werkzaamheden aan het watergebonden bedrijventerrein te Niel

Vandaag mag ik het startschop geven van de grootschalige werken die dit bedrijventerrein aan de Rupel terug op de kaart zet.

De vele jaren van voorbereiding en samenwerking lonen eindelijk. Het moment dat dit gebeurt valt nochtans niet slecht: in volle crisistijd investeren overheid en privé hier samen 3 miljoen euro in de toekomst en in de bouwsector. Dat kan tellen als impuls voor de economie. Een goed draaiende bouwsector is belangrijk voor onze economie en ze is altijd al belangrijk geweest voor de economie van de Rupelstreek.

Wat ons extra motiveert in dit project hier in Niel is dat we de bedrijven hier kunnen helpen om het vrachtverkeer zo veel mogelijk per schip te laten gebeuren. Vanuit mijn vorige functie weet ik trouwens dat het deze bedrijven menens is met het verduurzamen van het transport en dat ze al het mogelijke doen om zo veel als mogelijk gebruik te maken van het water. Anderhalf jaar geleden had ik immers al eens de gelegenheid om het bedrijf Coeck te ontmoeten, maar dan in de haven van Brussel naar waar ze heel wat transporten doen die zo niet over de weg moeten gaan. Wienerberger zal nu ook die kans krijgen.

En wat toch nog per vrachtwagen moet, wordt hier zo veel als mogelijk uit de woonwijken geweerd. Fietspaden, groenbuffers met de woonwijken en nieuwe infrastructuur voor water en natuur maken het plaatje compleet. Ik denk dat het de POM gelukt is om hier economische ontwikkeling te verzoenen met verbetering van de leefkwaliteit. Deze aanpak past bovendien in de visie van POM Antwerpen die haar prioriteit legt op het maximaal hergebruik en verbeteren van bestaande bedrijventerreinen, eerder dan de aanleg van nieuwe industriegebieden.

Vandaag is het omslagpunt tussen plannen maken en realisatie. Het uitzicht is even schrikken voor wie hier een tijdje niet is gepasseerd: terwijl aan de waterkant grote breek- en graafwerken aan de gang zijn, zie je hier tussen Landbouwstraat en Boomsestraat een maanlandschap op het tracé waar de nieuwe weg moet komen. De grote make-over van het terrein is gestart!

Zo dadelijk ga ik met een schop grond een bescheiden bijdrage leveren aan de grote grondwerken die dit jaar gaan gebeuren voor de aanleg van het talud van de nieuwe weg. Om de grote niveauverschillen van de oude kleiput te overbruggen, is er ongeveer 65.000 kubieke meter grond nodig. Omdat die gronden nog tijd moet krijgen om zich te zetten, zullen deze werken ongeveer een jaar in beslag nemen. In de loop van 2014 volgt dan de effectieve aanleg van de wegen. Tussen Rupel en Boomsestraat zijn nu de graafwerken gestart om een buis van een meter breed aan te leggen die het water uit de kleiputten en het bedrijventerrein naar de Rupel zal voeren. Ook dat is een sinecure als je weet dat sommige delen van het terrein lager liggen dan het laagwaterpeil op de Rupel. Deze werken worden dit jaar wel al afgerond.

Indrukwekkend zijn ook de maatregelen die genomen worden om de natuur in de oude kleiputten extra kansen te geven. Kosten noch moeite zijn gespaard om de negatieve impact van de weg op de natuur te beperken en om extra kansen voor natuurverbindingen te creëren. De geplande bomenrijen, hagen, wadi’s, ecorasters en twee grote ecotunnels gaan er voor zorgen dat kikkers, padden, vogels, vleermuizen en grotere zoogdieren makkelijk onder of over de weg geraken zonder het risico te lopen verkeersslachtoffer te worden. In de berm van de weg wordt zelfs een vleermuisbunker aangelegd. Via nieuwe ecoduikers onder bestaande wegen gaan de groenbuffers tussen bedrijvigheid en woonwijken ingeschakeld worden als faunapassages naar de Rupel en de natuurgebieden in de buurt.

Ik ben nog maar sinds begin dit jaar voorzitter van de POM, dus ik kan nog met enige afstand hun projecten evalueren. Ik vind het sterk van de POM hoe ze vernieuwende ideeën tot effectieve realisatie krijgen en hoe ze overheid en bedrijfsleven doen samenwerken. Het is hier in dit project dat het samenwerkingsmodel geboren is waarbij eerst samen een toekomstvisie wordt opgemaakt en vervolgens de POM met subsidies en bijdragen van de bedrijven de nieuwe infrastructuur aanlegt.
Het succes van dit project betekent natuurlijk ook dat de POM hier in Niel gestoten is op een lokaal bestuur en op bedrijven die zich willen engageren in een duurzame ontwikkeling van hun gebied. Ik vind het echt knap van de bedrijven Coeck en Wienerberger dat ze al jaren tijd investeren in dit project. Al 7 jaar geleden werken ze samen met de POM aan dit dossier. Ook financieel is de bijdrage van de bedrijven significant. Zelfs na aftrek van de subsidie die de Vlaamse overheid via het Agentschap

Ondernemen levert, blijven er nog serieuze bedragen over die de bedrijven investeren in de aanleg van de wegen en de ecologische infrastructuur. Zeker als je beseft dat ze daarna alle infrastructuur met de grond gratis afstaan aan de gemeente, kan dit engagement tellen. En dan begint voor de gemeente het werk voor het verder onderhoud van dit alles. Daarom een welgemeend woord van dank aan zowel bedrijven en gemeentebestuur voor de jaren van goede samenwerking en het vertrouwen dat u in ons stelt.