Landbouw

13 February 2017

Mini-workshop ‘Verstedelijkt ons platteland?

De bebouwing in het agrarisch gebied neemt jaar na jaar toe. Nochtans neemt het aantal landbouwers al decennialang af. Hoe verklaar je deze evolutie? Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) nam – in opdracht van de provincie Antwerpen – het Antwerpse platteland onder de loep. Het resultaat is een unieke kijk op de trends die een impact hebben op landbouw en platteland. Op tien jaar tijd is het aantal landbouwers met 40% gedaald. Continu komen er zo landbouwgebouwen en – gronden vrij. In praktijk zien we dat landbouwgebouwen door niet-landbouwers gezocht worden.

Foto: Luchtfoto van het landbouwbedrijf van familie Van Look waar de mini-workshop plaats vindt.

Voor de eerste keer werden alle trends geïnventariseerd en bekeken vanuit verschillende standpunten. Tijdens deze mini-workshop wordt dit trendsonderzoek voorgesteld: een unieke schets over de impact van de verstedelijking van het platteland.

Vooral zonevreemd hergebruik

De open ruimte wordt meer en meer ingenomen door niet-landbouwers. Ook vrijgekomen landbouwgebouwen krijgen steeds vaker een niet-agrarische functie, zoals wonen of een niet-agrarische bedrijvigheid, B&B, schrijnwerkerij, …. De vrijgekomen landbouwgronden worden dan weer gebruikt als tuin of weiland voor hobbydieren. Ludwig Caluwé: “Het ILVO becijferde het niet-agrarisch gebruik van het agrarisch gebied in de provincie Antwerpen. Ook de verstedelijking van het agrarisch gebied blijkt uit deze cijfers: 6,8% van de agrarische ruimte wordt ingenomen door tuinen, 3,6% door hobbyweides, 1,3% door bebouwing en 0,9% door niet-agrarische ondernemingen.”

Lees hier de toespraak

Lees hier de persartikels

Bekijk hier het ATV-verslag

Leegstand van vrijkomende landbouwgebouwen is voor de eigenaar verre van interessant. De wettelijke mogelijkheden voor tal van niet-agrarische activiteiten in deze vrijkomende gebouwen werken bijgevolg sturend richting zonevreemd hergebruik. Afbraak zou voor de eigenaar enkel een kapitaalsvernietiging betekenen. “Slechts in enkele gevallen zijn de bestaande gebouwen ook interessant voor landbouwers. Bijvoorbeeld voor een CSA-bedrijf, een para-agrarisch bedrijf dat ruimte nodig heeft zoals een loonwerker of voor een bedrijf dat opteert voor verspreide schaalvergroting. Toch is het ook voor hen niet evident om vrijgekomen landbouwgebouwen en – gronden aan te kopen. De vastgoedprijs blijft immers stijgen door de grote vraag.” Ludwig Caluwé.

Landbouwers hebben nood aan nieuwe infrastructuur

Heel wat innovaties in de landbouw hebben betrekking op automatisatie, mechanisatie en ontwikkeling van nieuwe milieutechnieken. Schaalvergroting is hier een gevolg van. Tegelijkertijd is schaalvergroting ook een strategie van landbouwers om hun kosten te drukken.

In praktijk blijkt dat het voor landbouwers financieel interessanter is om – wanneer grote aanpassingen aan de infrastructuur noodzakelijk zijn – een nieuwe stal te bouwen in plaats van de huidige stal te renoveren of uit te breiden. “Schaalvergroting is een strategie die eigen is aan elke economische sector. Voor landbouw ligt de gemiddelde schaalvergroting op 4% per jaar. Dit in combinatie met het dalend aantal landbouwers heeft ertoe geleid dat de afgelopen 20 jaar het aantal bedrijven gehalveerd is, terwijl er steeds nieuwe bedrijven ontwikkeld zijn en de grootte van een bedrijf verdubbeld is.” aldus de gedeputeerde voor landbouw Ludwig Caluwé. Een trend die niet alleen de structuur van landbouwsector verandert, maar ook die van de open ruimte.

Tegelijkertijd zijn heel wat claims en beperkingen aanwezig op het agrarisch gebied die een impact hebben op de landbouwbedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn bouwvrij agrarisch gebied, beschermde landschappen en het geurkader maar ook de programmatische aanpak stikstof (PAS). Landbouwers zoeken naar locaties waar het nog mogelijk is om een landbouwbedrijf met perspectief op lange termijn op te richten en uit te baten.

De verstedelijking brengt spanningen met zich mee

De combinatie van nieuwbouw, hergebruik en niet afbreken maakt dat ons platteland alsmaar meer verstedelijkt. Een trend die moeilijk te stoppen is omwille van de drijvende krachten die aan de basis ervan liggen. Bovendien spelen er op het platteland nog andere spanningen die een oplossing niet in de hand werken. Zo is er het verhaal van de pensioenboer versus de startende boer waarbij jonge landbouwers uit de markt geconcurreerd worden omdat het voor pensioenboeren interessanter is om hun gronden voor meer geld te verkopen aan niet-landbouwers. Daarnaast heb je ook het verhaal van de actieve boer en de nieuwe plattelandsbewoners waarbij nieuwe bewoners steeds meer weerstand vertonen tegen hedendaagse landbouwpraktijken en nieuwe landbouwgebouwen. Hierdoor wordt het voor de actieve landbouwer steeds moeilijker de nodige vergunningen te bekomen.

Complexe situatie aanpakken via samenwerking

Ons platteland wordt kent een veel breder gebruik dan landbouw alleen. Ondanks het afnemend aantal landbouwers zien we meer bebouwing en meer bewoning en zonevreemde activiteiten in het agrarisch gebied. Dit brengt spanningen met zich mee. De drijvende krachten die aan de basis liggen van deze trends zijn complex. Om deze problematiek aan te pakken is samenwerking tussen beleidsdomeinen en beleidsniveaus nodig zodat landbouw in agrarisch gebied de nodige ontwikkelingskansen krijgt in harmonie met de omgeving en de andere gebruikers.