In de pers

Vragen voor Minister van Binnenlandse Zaken, Antoine Duquesne

12 May 2014

VILT: Grotere onderzoekscapaciteit voor de pluimveehouderij

Het Proefbedrijf Pluimveehouderij in Geel heeft zijn nieuwe leghennen- en vleeskippenstal plechtig geopend in aanwezigheid van minister-president Kris Peeters. In totaal beschikt het proefbedrijf nu over vier stallen voor 37.600 vleeskippen en 31.000 leghennen. Deze zijn opgedeeld in meerdere proefeenheden die voor onderzoek apart aangestuurd kunnen worden. “Het complex is zodanig opgevat dat het onderzoek ook kan anticiperen op toekomstige uitdagingen en regelgeving”, vertelt gedeputeerde voor Landbouw Ludwig Caluwé.

De pluimveehouderij is een economische speerpuntsector in de provincie Antwerpen. “De pluimveebedrijven op ons grondgebied zijn groter en meer gespecialiseerd dan in de rest van Vlaanderen”, verkondigt gedeputeerde Caluwé niet zonder trots. Sinds de zesde staatshervorming is praktijkonderzoek een exclusieve taak van de provincie. Het provinciebestuur heeft samen met de Vlaamse overheid en de pluimveesector 4,5 miljoen euro bij elkaar gezocht om een leghennen- en vleeskippenstal te kunnen bouwen die “state-of-the-art onderzoek” mogelijk maken. De resultaten van dat onderzoek zullen pluimveehouders helpen de uitrusting en werkmethoden op hun bedrijf te optimaliseren. Ook de overheid steunt bij het uitwerken van regelgeving op deze onderzoeksresultaten.

Met zijn nieuwe stallen is het Proefbedrijf Pluimveehouderij nog beter uitgerust om de pluimveehouders wegwijs te maken en te ondersteunen op de weg naar meer duurzaamheid. “De pluimveehouderij heeft het niet onder de markt”, beseft Caluwé. “Prijsdruk, hogere kosten, verscherpte concurrentie binnen en buiten Europa en verplichte investeringen als gevolg van strengere EU-wetgeving zetten druk op de marges van de bedrijven. Het heeft sommige ondernemers ertoe gebracht hun activiteiten te staken. Het is de zorg van de provincie dat de bedrijven die hun activiteiten voortzetten in deze context winstgevend blijven. Zonder ‘profit’ blijft het zaakje niet duren”, aldus de gedeputeerde.

De investering in nieuwe proefstallen is ook een investering in goede, gezonde en veilige voeding. “Het project dat ons hier vandaag samenbrengt, vult deze ‘people-behoefte’ in”, verwoordt Caluwé het mooi. Naast ‘people’ en ‘profit’ duikt ook ‘planet’ op in de speech van de gedeputeerde, waarmee hij dus de drie begrippen opsomt die de essentie uitmaken van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. “Elke economische activiteit, ook landbouw, laat sporen na in de omgeving waar ze beoefend wordt. Specifiek voor de pluimveesector spreken we over mest, emissie van stof en ammoniak en desgevallend geurhinder. Een activiteit ontplooien zonder enige impact op het milieu is utopisch, maar het is wel de ambitie om de impact zo veel mogelijk te reduceren.”

De bestaansreden van het Proefbedrijf Pluimveehouderij is volgens Caluwé proefondervindelijk op zoek gaan naar een duurzaam evenwicht tussen economische, menselijke, ecologische en dierlijke belangen en deze bevindingen omzetten naar de praktijk. Het feit dat het proefbedrijf afhangt van en gefinancierd wordt door de provincie, met de hulp van de Vlaamse overheid en de sector zelf, garandeert naar verluidt de objectiviteit en ongebondenheid van zijn onderzoek en advies. “Praktijkonderzoek is essentieel voor de toekomst van de sector”, erkent Georges Van Keerberghen van het hoofdbestuur van Boerenbond. Het biedt de mogelijkheid om maatschappelijke verwachtingen aan de praktijk van de dag te toetsen.

Vanuit de sector was er volgens Van Keerberghen vraag naar een opschaling en modernisering van het 20 jaar oude proefbedrijf. Dankzij de investering kunnen vele nieuwe parameters onderzocht en op grote schaal vergeleken worden. Bovendien kunnen de onderzoeken vaker herhaald worden in de tijd. Directeur Johan Zoons noemt het “een hele eer” om een proefbedrijf te mogen leiden dat over dergelijke onderzoeksfaciliteiten beschikt. De uitbreiding zeit hij als een toonbeeld van goede samenwerking. Een samenwerking die het volgens Van Keerberghen mogelijk maakte om een maximaal resultaat te behalen met de geïnvesteerde middelen en die in de toekomst zal maken dat de onderzoeksresultaten in heel de sector gedeeld worden. Boerenbond nam trouwens het initiatief voor een Technopool Pluimvee die erover waakt dat wetenschappelijk en toegepast onderzoek de bestaande infrastructuur optimaal gebruiken, en dat alle belanghebbenden bij het onderzoek worden betrokken.

De bescheiden schaal van de pluimveehouderij in ons land belet overigens niet dat het goed zit met de lage kostprijs waaraan onze bedrijven produceren. Dat vertaalt zich in een positieve bijdrage aan de export en handelsbalans van ons land. Danny Coulier van de vzw Vlaamse Bedrijfspluimveehouders citeerde een indrukwekkend koppel cijfers: 440.000 ton pluimveevlees, 866 miljoen eieren, 20.000 ton eiproducten en 216 miljoen broedeieren. Vlaanderen schrijft 85 procent van de Belgische eier-, moederdieren- en kippenvleesproductie op haar conto. Coulier rekent erop dat het proefbedrijf een cruciale rol speelt in het verzoenen van steeds strengere productie-eisen met een rendabele pluimveehouderij.

Tot slot sprak Vlaams minister-president Kris Peeters zijn vertrouwen in de sector uit, alvorens hij het sorteerstation voor de eieren voor het eerst in werking mocht stellen. “De pluimveehouderij heeft wanneer hij in het verleden op de proef werd gesteld steeds veerkracht getoond, en kreeg daarbij de steun van het proefbedrijf”, aldus Peeters. Op de totale investering van 4,5 miljoen euro kwam het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voor 1,88 miljoen euro tussen, “een investering in de toekomst van de sector”.