1999 - 2004

Vragen voor Minister van Leefmilieu en Landbouw, Vera Dua

3 April 2003

Vraag om uitleg over de bezwaren tegen fietspaden door natuurgebieden.

De heer Ludwig Caluwé : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, deze vraag is het vervolg op een vraag die ik vorige week stelde aan minister Bossuyt. Hij verwees me in zijn antwoord door naar u. Ik geef dan ook prompt gevolg aan zijn verzoek om de vraag aan u te stellen.

Het fietspadenbeleid is een prioriteit voor de Vlaamse regering. Zoals bekend, is er vooral een grote nood aan vrijliggende verbindende fietspaden langs gewestwegen. Het concrete geval dat ik nu zal aanhalen, illustreert een algemenere problematiek.

De N117 over het grondgebied van Brasschaat, Kapellen en Kalmthout, en grenzend aan het grondgebied van Wuustwezel, is bij uitstek een gewestweg waar nood is aan een vrijliggend fietspad. Het is immers een zeer gevaarlijke weg voor fietsers. Wie over die weg fietst, waagt sowieso zijn leven. Er is dan ook nauwelijks een fietser die gebruik maakt van deze weg, die niet voor niets de reputatie heeft een dodenweg te zijn. De alternatieven voor deze route zijn zeer beperkt, en betekenen minstens dat men een aanzienlijk aantal kilometers moet omrijden. Dat biedt natuurlijk geen stimulans tot fietsen.

Nochtans biedt dit traject een zeker potentieel om een deel van de automobilisten uit hun wagen te krijgen en om te vormen tot fietsers. Langs deze weg bevindt zich immers de KMO-zone Bosduin, op het grondgebied van Kalmthout en Kapellen. Heel wat werknemers komen daar tijdens de werkdagen en wonen in de buurt. Ze zouden dus met de fiets naar het werk kunnen rijden. Ook is er tijdens het weekend de overdekte markt, die nogal wat mensen weet aan te trekken. Ook om daarheen te gaan, zou men gebruik kunnen maken van de fiets, net zoals voor enkele grote winkels en de daar gelegen tennisclub.

Het was dan ook niet zo verbazingwekkend dat de betrokken gemeentebesturen samen het initiatief hebben genomen om in het kader van module 13 langs deze weg een fietspad aan te leggen. Het project past perfect in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk van het Totaalplan Fiets, waarin de N117 staat aangeduid als functionele fietsroute. Dit leek ook een haalbaar project, omdat er – in tegenstelling tot bij vele andere fietspadenprojecten – vrij weinig zou moeten worden onteigend. Een groot gedeelte van de N117 loopt immers langs een militair domein.

Dat was echter buiten de afdeling Natuur van het departement LIN gerekend. Het militair domein blijkt aangeduid te zijn als vogelrichtlijngebied, met als gevolg dat er geen bouwvergunning zou kunnen worden afge1everd. Er zou immers zeldzaam struisgras groeien. Nochtans kan men zich ernstig afvragen welk nadeel een vogelrichtlijngebied – dat toch in het groot is uitgetekend – zou ondervinden van een fietspad helemaal aan de rand ervan en dan nog langs een bestaande gewestweg. Behalve het feit dat er enkele vierkante meters moeten worden opgeofferd voor een alternatief voor milieuvervuilend gemotoriseerd verkeer, is er geen enkel nadeel voor het vogelrichtlijngebied. Het is dan ook onbegrijpelijk dat een project voor milieuvriendelijke mobiliteit wordt geblokkeerd door de afdeling Natuur.

Er is in dezelfde regio nog een soortgelijk project, namelijk langs de N111 op het grondgebied van de gemeenten Kalmthout en Kapellen. Ook daar is er reeds lang vraag naar een veilig fietspad langs de gewestweg. Ook deze weg is aangeduid als functionele fietsroute, en deze weg grenst ook aan een natuurgebied, namelijk de Kalmthoutse Heide. Moeten we uit onze ervaringen met de reacties inzake de N117 afleiden dat ook hier geen vrijliggend fietspad mogelijk zal zijn ?

Deze fundamentele problemen tussen fietsen – toch een milieuvriendelijke vorm van mobiliteit – en natuur roepen om een oplossing. Minister Bossuyt stelde vorige week dat er naar een oplossing moet worden gezocht en dat die oplossing uit het departement Leefmilieu moet komen. Het lijkt op een botsing tussen twee milieuaspecten : het voorzien in de nodige – bescheiden – infrastructuur voor een milieuvriendelijke mobiliteit en de bescherming van een minimaal stukje van natuurgebieden. Aan welk aspect wil de minister prioriteit geven ? Misschien is het om wettelijke redenen echt onmogelijk om dit kleine stukje aan te snijden. Toch wekt dat verbazing als men in dezelfde streek net over de landsgrens gaat kijken : daar ziet men tal van vrijliggende fietspaden langs secundaire wegen die door natuurgebieden gaan. In Nederland lijkt dit geen probleem te zijn, in Vlaanderen blijkbaar wel.

Mevrouw de minister, gaat u akkoord met het standpunt van uw administratie dat er geen vrijliggende verbindende fietspaden langs gewestwegen kunnen worden aangelegd indien deze gewestwegen grenzen aan natuurgebieden ? Hier gaat het over fietspaden die in de eerste plaats bestemd zijn voor het normale fietsverkeer. Maar er zijn ook nog de recreatieve fietsroutes. Op dit ogenblik bestaat er enige onrust terzake in de toeristische sector : men vraagt zich af of door de creatie van de VEN-gebieden deze fietsroutes nog kunnen voortbestaan en blijvend kunnen worden uitgebouwd. Is dat het geval ?

De heer Koen Helsen : Mijnheer de voorzitter,mevrouw de minister, geachte leden, als waarnemend burgemeester van een van de gemeenten waarover het gaat, namelijk Kapellen, wil ik me aansluiten bij de vraag van de heer Caluwé. Het deel van Kapellen waarvan sprake is, is enkel bereikbaar via Kalmthout of Brasschaat. Zoals gezegd, gaat het over een heel drukke gewestweg, de N117. Ook vrachtverkeer afkomstig van de E19 gaat daarlangs naar een KMO-zone. Die KMO-zone ligt gedeeltelijk op het grondgebied van Kapellen, maar voor het grootste deel op het grondgebied van Kalmthout.

De drie gemeenten hebben de intercommunale Igean aangesteld om in het kader van module 13 een fietspad aan te leggen, afgescheiden van de drukke gewestweg. We waren al redelijk ver gevorderd in dit dossier en waren dan ook verbaasd over het bericht dat het hier habitatgebied betreft. Nochtans is de hinder die dit fietspad terzake veroorzaakt miniem.

Mevrouw de minister, ik vraag u dan ook om hier een afwijking toe te staan van het natuurdecreet. Het gaat hier over drie gemeenten die willen investeren in een fietspad en 20 percent van de kosten op zich willen nemen. Kunnen we hier het gezond verstand niet laten zegevieren ? Er zijn geen alternatieven en het gaat om een werk van groot openbaar belang : meer veilige fietspaden betekenen minder verkeer en dat komt ook het milieu ten goede.

Minister Vera Dua : Mijnheer de voorzitter, het spreekt voor zich dat ik een grote voorstander ben van veilige en kwaliteitsvolle fietspaden, bij voorkeur losliggend van drukke gewestwegen. Anderzijds moet waardevol natuurgebied in Vlaanderen voldoende worden beschermd. Of deze twee belangrijke doelstellingen in dit geval tegenstrijdig zijn, is niet duidelijk.

In Vlaanderen zijn er veel fietsroutes langs of doorheen reservaten. Ik verwijs hier onder meer naar de Grensparkroute, die gedeeltelijk door de Kalmthoutse Heide loopt. Er is ook het uitgebreid recreatief wandel- en fietspadennetwerk in het Nationaal Park Hoge Kempen, waar fietsroutes voor 100 percent verzoenbaar zijn met de natuurwaarde en met de natuurbeleving. Ook in andere projecten in het kader van de land- en de natuurinrichting worden inspanningen geleverd om de fietskwaliteit en -kwantiteit in de groene omgeving voor de Vlaming te verbeteren. Daarbij wordt steeds gezocht naar een evenwicht tussen de aanleg van recreatieve infrastructuur en de natuurwaarden van het gebied. Daarvoor is een goed afwegingskader nodig.

Ik moet waarschijnlijk niemand in deze commissie overtuigen van het belang van de Kalmthoutse Heide voor het natuurbehoud.

Op 30 januari 2003 vond een overlegvergadering plaats, georganiseerd door de intercommunale Igean. De gemeenten Brasschaat, Kapellen en Kalmthout waren daar aanwezig, alsook de afdeling Wegen en de afdeling Natuur. Het doel van de vergadering was na te gaan wat de gevolgen zijn van het decreet natuurbehoud op het plan om langs de zijde van het militair domein een dubbelrichtingsfietspad aan te leggen.

Enerzijds valt het gebied onder de beschermende maatregelen van de habitatrichtlijn, anderzijds zijn er daar bepaalde vegetaties die volledig worden beschermd overeenkomstig de natuurbehoudwetgeving. Als er dus een fietspad wordt aangelegd, moeten bepaalde procedures worden gevolgd als men niet in de problemen wil komen.

De afdeling Natuur heeft op die vergadering de procedures toegelicht. Op basis daarvan zou Igean een nieuwe vergadering organiseren met de drie betrokken besturen om na te gaan in welke richting het project verder moet worden uitgewerkt. Die vergadering heeft echter nog niet plaatsgevonden. Mijn administratie heeft dan ook nog geen inhoudelijke uitspraak gedaan over het dossier, maar heeft wel aangegeven welke procedure moet worden gevolgd.

Het is dus niet zo dat wegens de habitatrichtlijn geen fietspad zou kunnen worden aangelegd, onder meer omdat men geen bouwvergunning zou kunnen krijgen. Er zijn voldoende voorbeelden waarbij de afdeling Natuur een gunstig advies heeft uitgebracht in analoge dossiers. In kwetsbare natuurgebieden moet er natuurlijk altijd een afweging worden gemaakt om significante schade aan het natuurgebied te voorkomen. Terzake moeten de procedures worden gevolgd uit het decreet natuurbehoud die voortvloeien uit de Europese regelgeving.

Voor een bouwvergunning kan worden afgeleverd, moet worden nagegaan in welke mate de werken een aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied zouden betekenen en in welke mate beschermde vegetaties – het gaat hier dan in het bijzonder om de heischrale graslanden – worden vernietigd door de aanleg van een fietspad. Indien dit problemen stelt, moet er een alternatievenonderzoek worden doorgevoerd. Zo kan men nagaan of er geen andere oplossingen mogelijk zijn die minder schade veroorzaken aan de natuur. Indien er effectief betekenisvolle schade zou zijn en er geen alternatieven voorhanden zijn, dan kan het project toch worden goedgekeurd indien er dwingende redenen zijn van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale en economische aard. Dat zijn de bepalingen uit de Europese richtlijn. In dat geval moeten compenserende maatregelen worden genomen voor een gelijkaardige oppervlakte van een gelijkwaardige habitat.

Er is geen overzicht van soortgelijke dossiers. De administratie kent wel voorbeelden van dossiers waarbij tracés werden aangepast omwille van de aanwezige vegetatie. Dat is de procedure, en het is belangrijk dat die wordt gevolgd. De aanleg van een fietspad rond het Schulensmeer leidde in het verleden tot een ingebrekestelling van de Europese Commissie omdat er geen goed dossier werd opgemaakt. Er moet een passende beoordeling worden opgemaakt en er moet worden aangetoond dat er alternatieven zijn. Als die er niet zijn, moet een compensatiedossier worden ingediend. Als we dat niet doen, krijgen we problemen met de Europese Commissie.

We zullen nagaan hoe Igean het dossier kan aanpassen conform de Europese regelgeving.

De heer Ludwig Caluwé : Dat is toch wel een heel omslachtige procedure. Ik begrijp dat die procedure moet worden gevolgd als het over een weg gaat of over een fietspad doorheen een natuurgebied. Hier gaat het echter over een fietspad dat langs een gewestweg loopt, dat er deel van uitmaakt, maar vrijliggend is aangelegd. Wie heeft bepaald waar de grens ligt van het habitatgebied ? Habitatrichtlijngebieden worden op een kaart met een grove pennentrek aangeduid.

Minister Vera Dua : Ik ken de situatie niet op het terrein. Een habitatrichtlijngebied wordt op een kaart aangeduid met een lijn. Mijnheer Caluwé, het is me niet duidelijk of de weg erdoorheen loopt.

De heer Ludwig Caluwé : De weg loopt daar niet doorheen. De weg is de grens.

Minister Vera Dua : Als die weg de grens is, dan moet Igean het dossier zodanig opstellen dat dat duidelijk is. Dan verwacht ik ook geen probleem voor de Europese Commissie. Het dossier moet rekening houden met die lijn, en zodanig worden verpakt dat het beantwoordt aan de Europese richtlijn en aanvaardbaar is in het kader van het habitatrichtlijngebied. Ik zal een boodschap in die zin geven aan mijn ambtenaren.