1999 - 2004

11 December 2001

Voorstel van decreet houdende controle op de regeringsmededelingen Norbert De Batselier, Ludwig Caluwé, Dirk Holemans, Francis Vermeiren en Sven Gatz

VOORSTEL VAN DECREET

TOELICHTING

1. De voorgeschiedenis van dit voorstel van decreet

Een van de hoofdtaken van een parlement bestaat erin een politieke controle uit te oefenen op de regering. Artikel 70 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen beschrijft dit principe als volgt : "De regering, evenals elk lid ervan, is verantwoordelijk ten aanzien van de Raad". Het Vlaams Parlement beschikt over verschillende middelen om zijn controletaak naar behoren uit te voeren (interpellaties, moties van wantrouwen, schriftelijke vragen, actuele vragen en vragen om uitleg).

Vanuit deze bevoegdheid werden voorstellen tot decretale initiatieven genomen die de invoering beoogden van een nieuw controlemiddel ten behoeve van het Vlaams Parlement : een parlementaire controlecommissie werd vooropgesteld en belast met de controle op de regeringsmededelingen (zie in het bijzonder stuk 514 (2000-2001 nr. 1). Die controlecommissie zou worden belast na te gaan of de Vlaamse regering of één of meer van haar leden geen oneigenlijk gebruik maakt van de door hen verspreide regeringsmededelingen om hun imago te bevorderen.

Dit voorstel van decreet geeft uitvoering aan nieuwe bevoegdheden terzake en geeft gevolg aan een eerder advies van de Raad van State (Stuk 514 (2000-2001)nr. 2). Bij artikel 15 van de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen is een paragraaf 5 toegevoegd aan artikel 31 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het eerste lid van die paragraaf stelt dat elke Raad of het door hem aangewezen orgaan, volgens de bij decreet aangewezen regels, de controle van de verkiezingsuitgaven met betrekking tot de verkiezing van de Raad uitoefent, alsook de controle op de regeringsmededelingen van de leden van zijn regering. Op grond van die bepaling die op 1 januari 2002 in werking treedt conform artikel 41 van de bijzondere wet van 13 juli 2001, kan de decreetgever bij gewoon decreet een regeling in verband met de mededeling van de regering vaststellen. Het Vlaams Parlement is bijgevolg bevoegd met een gewone meerderheid, de controle van de Vlaamse regeringsmededelingen te regelen. Dit is de bedoeling van voorliggend voorstel van decreet, dat die taak toevertrouwt aan een in het Vlaams Parlement op te richten Controlecommissie voor Regeringsmededelingen.

2. De verhouding tussen de Controlecommissie voor regeringsmededelingen en de Expertencommissie voor de controle op de overheidscommunicatie

Regeringsmededelingen moeten, net zoals alle andere vormen van overheidscommunicatie, in de eerste plaats beantwoorden aan de beginselen van behoorlijke communicatie, zoals vastgelegd in het decreet houdende de controle op de communicatie van de Vlaamse overheid. De Expertencommissie, opgericht bij artikel 3 van dat decreet, bestaat uit niet-parlementaire experten, en is ook bevoegd om de regeringsmededelingen aan de decretaal vastgelegde beginselen van behoorlijke communicatie te toetsen. Daarnaast is het Vlaams Parlement bevoegd een politieke controle uit te oefenen op de regeringsmededelingen die uitgaat van de vraag of de betrokken leden van de Vlaamse regering geen oneigenlijk gebruik maken van dergelijke mededelingen om het eigen imago te bevorderen. Het gaat hier dus om een politieke controle op het misbruik van overheidsgeld.

Commentaar bij de artikelen

Artikel 1

Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 2

Dit decreet is van toepassing op alle voorlichtings, communicatie, informatie of sensibiliseringsinitiatieven waarmee de Vlaamse regering, een of meer van haar leden, het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de Vlaamse Openbare Instellingen zich via alle mogelijke kanalen tot het publiek richt. Zo komen in aanmerking: folders of brochures, advertenties in de geschreven en audiovisuele pers, regeringsmededelingen op radio en televisie, mailings, video's, internet en alle nieuwe media.

De definitie van politieke partij is geïnspireerd op de federale wetgeving inzake verkiezingsuitgaven. Al de kieskringen waar politieke partijen elkaar vanaf gewestelijk niveau kunnen ontmoeten, worden in de definitie opgenomen. De term 'wettelijke bepalingen' heeft betrekking op wetgeving in materiële zin en omvat bijgevolg ook de eventuele bepalingen inzake de verkiezingen, die in het kader van de constitutieve autonomie bij bijzonder decreet werden aangenomen. Een formatie die aan één van de voorgestelde verkiezingen deelneemt, is een politieke partij.

Artikel 3

In het Vlaams Parlement wordt een commissie opgericht die bevoegd is voor de controle op alle voor het publiek bestemde mededelingen en voorlichtingscampagnes van de leden van de Vlaamse regering, ongeacht het medium dat gebruikt wordt om die informatie te verspreiden. Overeenkomstig artikel 44 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (waaraan uitvoering wordt gegeven door artikel 10 van het Reglement van het Vlaams Parlement) is de commissie evenredig samengesteld.

Het uitgangspunt van deze controlecommissie is de vraag of de betrokken regeringsleden geen oneigenlijk gebruik maken van de mogelijkheid om regeringsmededelingen te verspreiden (en dus misbruik maken van overheidsmiddelen) om bijvoorbeeld het eigen imago of dat van een politieke partij, te bevorderen.

De vaststelling dat een bepaalde mededeling het imago van de regering of de betrokken minister(s) bevordert, brengt niet automatisch de schending van artikel 3 met zich mee. Elke mededeling zal in zekere mate invloed hebben op het imago van diegene die geassocieerd wordt met die mededeling. De Controlecommissie heeft als opdracht te controleren of het uitgangspunt van dergelijke mededelingen en hun inhoudelijke en vormelijke uitwerking wel degelijk de overdracht van informatie is. De wijze waarop de regering of de betrokken minister( s) 'aanwezig' is (zijn) in die mededelingen, is een belangrijk element bij de beoordeling door de Controlecommissie.

Artikel 4

De regeringsleden kunnen preventief een advies inwinnen bij de Controlecommissie. Zij zijn hiertoe niet verplicht. Het advies is evenmin bindend. Het informeert de betrokkenen evenwel op gezag hebbende wijze over het imagobevorderende karakter van hun mededeling of campagne.

Verzoeken tot preventief advies worden bij verzoekschrift gericht aan de voorzitter van de Controlecommissie die ze onverwijld aan de Controlecommissie bezorgt.

De Controlecommissie wordt geacht uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag een advies uit te brengen. De datum van ontvangst van de aanvraag door de Controlecommissie is de dag waarop de Controlecommissie een eerste maal schriftelijk kennis neemt van een dossier. Een dergelijk advies wordt gevraagd aan de hand van een nota waarin, naast op de aanleiding en de inhoud van de mededeling of campagne, vooral ingegaan wordt op de manier waarop de betrokken initiatiefnemers 'aanwezig' zijn in de mededeling of de campagne. Aangezien dergelijke adviezen facultatief en bovendien niet bindend zijn, heeft de termijn van dertig dagen louter een symbolische waarde. De Controlecommissie heeft er echter alle belang bij die termijn na te leven, wil ze haar geloofwaardigheid behouden en haar bestaansreden niet ondermijnen.

De vergaderingen van de Controlecommissie ter bespreking van dossiers die vooraf voor advies voorgelegd worden, zijn niet openbaar.

Artikel 5

De Controlecommissie heeft ook een taak nadat de regeringsmededelingen verspreid zijn. Elke volksvertegenwoordiger heeft het recht een klacht in te dienen bij de Controlecommissie; hij is daarbij niet gebonden aan termijnen. Zijn politieke controlerecht kan immers niet in de tijd beperkt worden.

De Controlecommissie heeft dertig dagen de tijd om een klacht te behandelen. De bevoegdheid van de Controlecommissie is beperkt tot de beoordeling of een mededeling, of voorlichtingscampagne van een of meer regeringsleden op ongeoorloofde wijze het imago van de betrokkenen beïnvloedt. De behandeling van klachten gebeurt openbaar. Enkel de termijn van dertig dagen is afdwingbaar. De overige termijnen zijn termijnen van orde.

Artikel 6

De Controlecommissie kan ook ambtshalve tot een onderzoek overgaan. De procedure is vergelijkbaar met die van een klacht.

Artikel 7

De indieners opteren ervoor om, gelet op de opdracht en de samenstelling van de Controlecommissie, deze commissie hiërarchisch hoger te stellen dan de Expertencommissie. Dat betekent dus dat wanneer de Expertencommissie vaststelt, bij een verzoek tot preventief advies, na een klacht of bij een ambtshalve onderzoek, dat de mededeling onder de toepassing van dit decreet valt, de Controlecommissie de behandeling ten gronde doet. De Expertencommissie zal echter wel een advies aan de Controlecommissie uitbrengen.

Artikel 8

Aangezien de Controlecommissie een louter politieke controle uitoefent, kan ze zelf uitsluitend politieke sancties uitspreken. De politieke sanctie is de publieke blaam, uitgesproken in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Deze blaam moet gemotiveerd worden. De motivering moet toegevoegd worden aan de publieke bekendmaking.

Indien de strafwetgeving wordt overtreden, kan de strafrechter optreden.

Artikel 9

De Controlecommissie vraagt bij een preventieve adviesvraag, bij een klacht of bij een ambtshalve onderzoek het advies van de Expertencommissie van het Vlaams Parlement, die bestaat uit experten inzake overheidscommunicatie. Het advies van de Expertencommissie is niet bindend.

Artikel 10

Daar de werking van de Controlecommissie afhankelijk is van de uitvoering van het decreet houdende controle op de communicatie van de Vlaamse overheid (Parl. St. Vl. Parl., 20002001, 515/1) wordt de inwerkingtreding van dit decreet gekoppeld aan de bekendmaking van de normen door de Expertencommissie.

Norbert DE BATSELIER
Ludwig CALUWE
Dirk HOLEMANS
Francis VERMEIREN
Sven GATZ

VOORSTEL VAN DECREET

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Dit decreet regelt een gemeenschaps en gewestaangelegenheid.

Artikel 2

In dit decreet wordt verstaan onder :

1. een regeringsmededeling: elke voor het publiek bestemde mededeling, boodschap, voorlichtingsof sensibiliseringscampagne of elk ander communicatie initiatief, ongeacht de gebruikte kanalen of media, van de Vlaamse regering of van een of meer van haar leden die verwijzingen naar de Vlaamse regering bevat of de naam of de afbeelding of de titulatuur van een of meer van haar leden;

2. een politieke partij: de vereniging van natuurlijke personen, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, die aan de door de Grondwet en de wet bepaalde verkiezingen deelneemt, die overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de verkiezingen van het Vlaams Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Waals Parlement, de Raad van de Duitstalige Gemeenschap of de Brusselse Hoofdstedelijke Raad kandidaten voorstelt en die, binnen de grenzen van de Grondwet, de wet, het decreet en de ordonnantie, de volkswil beoogt te beïnvloeden op de wijze bepaald in haar statuten of haar programma.

De in dit decreet vermelde termijnen worden opgeschort tijdens de parlementaire recesperiodes vastgesteld door het Vlaams Parlement en wanneer de zitting van het Vlaams Parlement gesloten is.

Artikel 3

In het Vlaams Parlement wordt een Controlecommissie voor Regeringsmededelingen opgericht, hierna Controlecommissie te noemen, die op verzoek van de Vlaamse regering of één of meer van haar leden, na klacht of ambtshalve controleert of een regeringsmededeling niet geheel of ten dele tot doel heeft het imago van de regering, één of meer van haar leden, van een politieke partij of van één van haar geledingen, te beïnvloeden.

De Controlecommissie wordt samengesteld op de wijze bepaald in het Reglement van het Vlaams Parlement.

Artikel 4

De Vlaamse regering of een of meer van haar leden die een regeringsmededeling wil verspreiden, kan door het indienen van een synthesenota de Controlecommissie vooraf om een advies verzoeken. De synthesenota geeft de aanleiding en de inhoud van de regeringsmededeling weer, en de wijze waarop de Vlaamse regering of een of meer van haar leden erin vermeld wordt.

Het verzoek tot advies wordt gericht aan de voorzitter van de Controlecommissie, die het onverwijld aan de Controlecommissie voorlegt.

De Controlecommissie verleent binnen een termijn van dertig dagen nadat ze het verzoek heeft ontvangen, een advies. Het met redenen omklede advies wordt door de voorzitter van de Controlecommissie onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken minister of ministers.

Het advies wordt niet openbaar gemaakt.

Artikel 5

Elke Vlaamse volksvertegenwoordiger kan bij de Controlecommissie een klacht indienen tegen een regeringsmededeling. De klacht wordt gericht aan de voorzitter van de Controlecommissie die de klacht onverwijld aan de Controlecommissie bezorgt.

Met respect voor de rechten van verdediging van de betrokken minister of ministers, neemt de Controlecommissie uiterlijk dertig dagen nadat ze de klacht heeft ontvangen, een met redenen omklede beslissing.

De beslissing van de Controlecommissie wordt door de voorzitter van de Controlecommissie onverwijld schriftelijk ter kennis gebracht van de Vlaamse regering en van de betrokken minister of ministers. Indien de Controlecommissie zich niet uitspreekt binnen de in het tweede lid bedoelde termijn, wordt ze geacht een gunstige beslissing te hebben genomen.

Artikel 6

De Controlecommissie kan een regeringsmededeling ambtshalve toetsen. De Controlecommissie neemt haar beslissing met respect voor de rechten van de verdediging van de betrokken minister of ministers, uiterlijk dertig dagen nadat de Controlecommissie kennis had of had kunnen hebben van de regeringsmededeling.

De Controlecommissie neemt een met redenen omklede beslissing, die overeenkomstig artikel 5, derde lid, ter kennis wordt gebracht van de Vlaamse regering en van de betrokken minister of ministers.

Artikel 7

Indien de Expertencommissie, zoals bedoeld in artikel 9 van het decreet van [...] houdende de controle op de communicatie van de Vlaamse overheid, hierna de Expertencommissie te noemen, een advies uitbrengt aan de Controlecommissie, dan neemt de Controlecommissie, met respect voor de rechten van de verdediging van de betrokken minister of ministers, uiterlijk vijftien dagen nadat ze het advies heeft ontvangen, een met redenen omklede beslissing.

De beslissing van de Controlecommissie wordt door de voorzitter van de Controlecommissie onverwijld schriftelijk ter kennis gebracht van de Vlaamse regering en van de betrokken minister of ministers.

Artikel 8

Indien bij een klacht of een ambtshalve onderzoek de Controlecommissie oordeelt dat een regeringsmededeling geheel of ten dele tot doel heeft het imago te beïnvloeden van de regering, van één of meer van haar leden, van een politieke partij of een geleding ervan, legt ze de betrokken minister of ministers een gemotiveerde blaam op. De voorzitter van het Vlaams Parlement maakt die gemotiveerde blaam publiek in de eerstvolgende vergadering van het Vlaams Parlement volgend op de kennisgeving, door de Controlecommissie.

Artikel 9

Bij een adviesaanvraag na de melding van een klacht of bij een ambtshalve onderzoek vraagt de Controlecommissie telkens een gemotiveerd advies aan de Expertencommissie.

Binnen vijftien dagen na ontvangst van het schriftelijke verzoek tot advies brengt de Expertencommissie een gemotiveerd schriftelijk advies uit, gericht aan de voorzitter van de Controlecommissie.

Artikel 10

Dit decreet is van toepassing op regeringsmededelingen die van start gaan de dag na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de normen bedoeld in artikel 3, § 2, van het decreet van [ ... ] houdende de controle op de communicatie van de Vlaamse overheid.

Norbert DE BATSELIER
Ludwig CALUWE
Dirk HOLEMANS
Francis VERMEIREN
Sven GATZ