1999 - 2004

20 February 2002

Met redenen omklede motie over het carpoolbeleid van de Vlaamse regering door de heren Carl Decaluwe, Ludwig Caluwé en Jos De Meyer, mevrouw Wivina Demeester-De Meyer en de heren Jan Verfaillie en Paul Van Malderen

Het Vlaams Parlement,

- gehoord de interpellatie van de heer Carl Decaluwe;

- gehoord het antwoord van minister vicepresident Steve Stevaert ;

- overwegende dat :

1° een daling van het aantal auto's in de verkeersstroom leidt tot een meer dan evenredige afname van het aantal files ;

2° om te komen tot een daling van het aantal auto's, een waaier van maatregelen noodzakelijk is ;

3° het optimale gebruik van de voertuigcapaciteit kan bijdragen tot die doelstelling ; met betrekking tot personenvervoer gaat het dan over carpooling ;

4° de bezettingsgraad van de wagens op de Vlaamse wegen bijzonder laag is (1,2 op een gemiddelde capaciteit van 4 à 5) ;

5° een stijging van die bezettingsgraad met amper één tiende kan leiden tot een daling van het autoverkeer met 3,9 % ;

6° een beleid, gericht op een verhoging van de bezettingsgraad dus tot bijzonder efficiënte resultaten kan leiden ;

7° ondanks enkele inspanningen van de Vlaamse overheid terzake, het carpoolen in Vlaanderen zeer moeilijk ingang vindt ;

8° een efficiënt carpoolbeleid moet bestaan uit een waaier van concrete maatregelen : aparte rijvakken voor carpoolers en bussen, carpoolparkings, voorkeurplaatsen op het werk, aan stations, en andere aantrekkingspolen met een beperkt aantal parkeerplaatsen, voorbeeldinitiatieven, carpoolcampagnes, 'matchingsystemen' (vraag en aanbod op elkaar afstemmen), financiële voordelen voor carpoolers en een systeem voor gegarandeerde thuisrit (hoe thuis geraken in geval van nood zonder eigen wagen ?) ;

- gelet op :

1° het beperkte aantal maatregelen dat terzake door de Vlaamse overheid werd genomen : aanleg carpoolparkings, oprichting van de Vlaamse Carpoolbank en enkele campagnes ;

2° het Europese onderzoeksproject ICARO dat een aantal beleidsconclusies naar voren bracht met betrekking tot een geïntegreerd carpoolbeleid, onder andere verschuiving van individueel rijden naar carpoolen wordt bepaald door tijdswinst, een tijdwinst die gerealiseerd kan worden met voldoende lange carpoolstroken ; carpoolers bestaan uit minimaal twee personen, waarschijnlijk het optimale aantal (o.w.v. behoud van voldoende flexibiliteit) : er moet constant een langdurig campagne gevoerd worden ; fiscale maatregelen moeten carpoolen stimuleren ;

3° het feit dat het Vlaamse carpoolbeleid tot op heden vrij beperkt is gebleven en ook dat de resultaten onder de oorspronkelijke gestelde verwachtingen blijven ;

4° het voorstel dat de bevoegde federale minister heeft gedaan (en door de federale regering principieel werd goedgekeurd) om de wettelijke mogelijkheid te creëren om in carpoolstroken te voorzien, doch slechts voor wagens met minstens drie inzittenden ;

- vraagt de Vlaamse regering om een doorgedreven carpoolbeleid op te zetten en daarvoor :

1° zich te richten naar zeer specifieke doelgroepen (bedrijven, bedrijventerreinen, enzovoort) en werkgebieden (gebieden die te kampen hebben met veel congestieproblemen) ;

2° uitgebreid campagnes te voeren en zich niet te beperken tot kortetermijn of eenmalige acties ;

3° in overleg met de federale collega's te zoeken naar fiscale stimuli voor het carpoolen ;

4° het onderzoek naar het nut van eventuele carpoolstroken te concretiseren door een experiment met een carpoolstrook op te zetten ;

5° er bij de federale regering op aan te dringen om wetgeving voor carpoolstroken die wordt voorbereid te richten op een bezettingsgraad van minimaal 2 inzittenden in plaats van 3.

Carl DECALUWE
Ludwig CALUWÉ
Jos DE MEYER
Wivina DEMEESTERDE MEYER
Jan VERFAILLIE
Paul VAN MALDEREN