1999 - 2004

28 October 2017

Interpellatie tot minister vice-president en minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie over de voorbereiding van de twee memoranda, ondertekend op 4 maart 2002

Op 4 maart 2002 hebt u met Minister Netelenbos te Vlissingen twee memoranda ondertekend, één met betrekking tot de onderlinge samenwerking ten aanzien van het Schelde-estuarium en één met betrekking tot het transport van risicogoederen over de Schelde.

Het is merkwaardig dat de twee memoranda in de laatste uren voor de ondertekening nog op een geïmproviseerde wijze op fundamentele punten in het voordeel van Vlaanderen gewijzigd werden. Zo bevat het eerste memorandum nu toch een tijdsmoment voor de politieke besluitvorming omtrent de verdieping en is er in het tweede memorandum niet langer sprake van een engagement tot vermindering van het aantal risicotransporten, maar gaat het nog enkel om de vermindering van de risico's.
Dit doet vragen rijzen over de wijze waarop deze memoranda voorbereid werden. Het lijkt alsof de onderhandelaars langs Vlaamse zijde essentiële informatie misten. Bij wijze van voorbeeld kunnen de risicotransporten genoemd worden. In het begin van de jaren negentig vaarden er heel wat tankers met ammoniak voorbij Vlissingen richting BASF (waarbij BASF een deel hiervan doorlevert naar Bayer en Degussa). Op dat ogenblik startte men in Nederland met risicowetgeving. In gebieden waar een te groot ramprisico bestaat mocht niet langer gebouwd worden. Een gebied werd risicozone als de kans op een ramp één op een miljoen jaar bedroeg. Door de ammoniaktransporten viel een deel van Vlissingen in een dergelijke risicozone. Begin jaren negentig is BASF echter ook gestart met de ingebruikname van een eigen ammoniakproductie-installatie. Hierdoor kon het aantal ammoniaktransporten aanmerkelijk teruggebracht worden tot minder dan één per maand. Als er zich nu in Vlissingen nog een probleem voordoet, vloeit dit voort uit het aantal transporten weg van Hydro-Agri uit Terneuzen en niet langer ten gevolge van de transporten richting Antwerpen. Ik blijf het merkwaardig vinden dat de Vlaamse onderhandelaars in de ontwerptekst waarover oorspronkelijk een akkoord bestond, aanvaard hadden dat er een aanmerkelijke vermindering van het aantal Vlaamse transporten zou komen. Dit kon uiteindelijk enkel ter elfder ure gewijzigd worden dankzij de halsstarrige, koppige houding van de Antwerpse gouverneur.Door de laatste wijzigingen zijn de teksten verbeterd, maar daarom zijn ze nog niet goed. Wat de risicotransporten betreft, kon niet vermeden worden dat dit voortaan toch een issue wordt ook voor de Vlaamse bedrijven, ook al is dit in de eerste plaats een probleem dat door een Nederlands bedrijf gecreëerd wordt. Wat de verdieping betreft engageert Nederland zich uiteindelijk enkel tot het doen starten van een MER en een kosten-batenanalyse waarbij ervan uitgegaan wordt dat deze in een periode van twee jaar afgerond zijn, maar waarbij het helemaal niet zeker is dat deze termijn gehaald wordt. Na afronding, zal er dan binnen negen maanden een besluit genomen worden, maar ook hier staat het niet vast dat dit besluit definitief, laat staan positief voor de Vlaamse wensen zou zijn. Er worden veel meer hypotheses onderzocht dan de door Vlaanderen gewenste 13,1 meter. Wat wel vaststaat is dat 13,1 meter het absolute maximum vormt. Het is best mogelijk dat Nederland finaal uitkomt op een veel geringere verdieping of dat men dan besluit om... toch nog bijkomende onderzoeken te laten verrichten. In het memorandum van Kallo van vorig jaar, leek het engagement van de Nederlandse regering om voor 1 december 2001 een besluit te nemen over de lange termijnvisie ook meer in te houden dan wat er uiteindelijk uit de bus kwam, nl. te besluiten tot het starten van een MER en een MKBA over tal van hypotheses.
Daar staat tegenover dat Nederland in het memorandum wel harde verbintenissen krijgt. De loodsgelden zullen in het jaar 2008 volledig ontkoppeld zijn en de eerste loskoppeling start op 1 januari 2003.Hoe evalueert U de wijze waarop de onderhandelingen het voorbije jaar gevoerd zijn? Welke lessen trekt u hieruit? Hoe zal U de volgende fase aanpakken? In welke mate zal het Antwerps havenbedrijf en de Antwerpse industrie bij deze onderhandelingen betrokken worden?