Vraag
De voorzitter :
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Caluwé tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over de tweede spoorontsluiting voor de Antwerpse haven.
De heer Ludwig Caluwé (Op de tribune) :
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, geachte collega's, meer dan de helft van het Belgische goederenvervoer per spoor loopt langs de Antwerpse haven. Daarmee is Antwerpen de belangrijkste spoorhaven van Europa. Het per spoor vervoerde goederenvolume is in Antwerpen dubbel zo groot als in Rotterdam. De jongste drie maanden is het spoorvervoer vanuit Antwerpen met 17 percent gestegen in vergelijking met vorig jaar. Die stijging zou nog moeten toenemen.
We moeten het goederenvervoer zoveel mogelijk van de weg halen en op het spoor zetten, en daarvoor kunnen zowel milieu als mobiliteitsredenen worden aangevoerd. Eén groot obstakel staat dat in de weg: de Antwerpse haven heeft slechts één spoorweguitgang. Het gaat om een echte flessenhals.
Het probleem is al geruime tijd gekend, en er is nagedacht over alternatieven. De vorige Vlaamse regering heeft in april 1998 de principiële beslissing genomen om een tweede spooruitgang van de Antwerpse haven in gebruik te nemen. Men heeft toen de principiële beslissingen genomen om het tracé langs de A102 aan te leggen, en om dat tracé aan te brengen in een ondertunneling of een sleuf.
Voor de concretisering had de vorige Vlaamse regering een werkgroep opgericht die bestond uit Vlaamse ambtenaren en ambtenaren van de NMBS. Deze werkgroep heeft in oktober 1999 een rapport afgeleverd. Op basis daarvan kan de Vlaamse regering een beslissing nemen over aspecten van ruimtelijke ordening in dit dossier. Ik besef dat zo een beslissing niet onmiddellijk kan gebeuren. Toch lijken mij 7 maanden ruim voldoende. Toen ik u hierover vlak voor Kerstmis een vraag stelde, antwoordde u dat de Vlaamse regering voor Pasen 2000 een beslissing zou nemen. Pasen viel dit jaar redelijk laat, maar blijkbaar nog niet laat genoeg. Ik heb immers nog steeds niets gehoord over de beslissing van de Vlaamse regering. De tijd dringt nochtans. De NMBS moet het antwoord kennen voor de opmaak van haar tienjarenplan in juli van dit jaar. Wanneer zal de Vlaamse regering die beslissing nemen ? Zal die beslissing die van de vorige Vlaamse regering bevestigen, namelijk dat het de lage uitvoering zal zijn ?
Antwoord
Minister Dirk Van Mechelen (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, collega's, er groeit momenteel een brede maatschappelijke consensus over het feit dat voor de uitbreiding van de Antwerpse haven in een tracé moet worden voorzien en er een tweede spoorontsluiting moet worden aangelegd.
Wat het dossier ten gronde betreft, bevestig ik mijn uiteenzetting van december 1999, namelijk dat we nagenoeg klaar zijn met de definitieve tracékeuze. Op 11 maart heb ik een werkbezoek gebracht aande stad Lier. Er moet immers nog één moeilijke knoop worden doorgehakt inzake de wijk Kloosterheide. Het wijkcomité legde een nieuw alternatief voor waarbij de tweede spoorontsluiting zou aansluiten voor de splitsing van lijn 15 en 16, naar respectievelijk Herentals en Aarschot. Dit leek ons een vrij billijk voorstel. Ik was dan ook verbaasd dat dit niet eerder was onderzocht. De week nadien hebben we contact gehad met de NMBS. Daarbij hebben we het dossier bezorgd aan TUCrail, dat instaat voor de aanvraag van de bouwvergunning. We wachten op dit ogenblik nog steeds op het antwoord van de NMBS.
Op basis van het bijkomend advies van de NMBS zal de Vlaamse administratie de knoop doorhakken. Zo kan het dossier, uiterlijk tijdens de eerste helft van de maand juni, worden voorgelegd aan de Vlaamse regering met het oog op de goedkeuring van het tracé.
De voorzitter : Het incident is gesloten.